|
|
|
|
|
|
Problemen oplossen |
Actuele artikelen van Fons Vernooij
|
|
Overzicht van onderwerpen |
|
|
|
Problemen oplossen |
- Probleemoplossen als vaardigheid
A.T.J. Vernooij (2003) Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.3, p. 171-181.
Bij de aanpak van rekenkundige problemen moeten leerlingen de volgende logische stappen uitvoeren:
1. Oriëntatie op het probleem:
Wat wordt er eigenlijk gevraagd?
2. Analyse van het probleem:
Welk verband is er tussen de onbekende en de beschikbare gegevens?
3. Planning van de uitwerking:
Welke rekenstappen moet ik in welke volgorde zetten?
4. Berekening van de uitkomst:
Welke getallen vul ik in de diverse rekenstappen in?
5. Controle van het proces:
Heb ik niks vergeten of verkeerd gedaan?
6. Evaluatie van het resultaat:
Wat heb ik geleerd en hoe pas ik dit in de kennis die ik al eerder hebt verworven?
Deze stappen kunnen in deze volgorde worden doorlopen maar dat gebeurt meestal niet. Het zijn eerder logische dan chronologische stappen. (zie ook Item Probleemoplossing bij Wikipedia)
- Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen
(1993). Korte samenvatting van het proefschrift.
"Beseft u wel wat u mijn kind aandoet met die opgaven?". Deze vraag van de vader van een leerling uit 5 VWO was de aanleiding om na te denken over het wezen van de bedrijfseconomische opgaven die ik de leerlingen dagelijks voorzette.
Aan de hand van een hoofdstuk over kostprijscalculatie uit een gangbaar leerboek op havo en vwo is onderzocht hoe leerlingen omgaan met homoniemen en synoniemen die op dat moment in gebruik waren bij het bedrijfseconomische vak 'Handelswetenschappen'.
Na de theoretische analyse van een doelmatige kennisbasis, die vereist is om bedrijfseconomische vraagstukken aan te pakken, is onderzocht hoe leerlingen in de praktijk omgaan met termen zoals kostprijs, brutowinst en nettowinst. Gekeken is naar de denkprocessen die leerlingen ontwikkelen als ze na een hoofdstuk over boekhouden doorgaan met de kostencalculatie.
|
|
|
Modelmatig denken |
- Verkoopresultaat en budgetresultaat
A.T.J. Vernooij (1995). Tijdschrift voor Bedrijfsadministratie, Jaargang 99 (1183), 383-389.
Bedrijfseconomische modellen worden onderwezen aan de hand van rekenvoorbeelden. Maar voorbeelden zijn altijd voorbeelden van iets: van procedures die er achter schuil gaan. Door rekenvoorbeelden te geven, blijven de procedures vaak onzichtbaar. Dit kan ertoe leiden dat een reeks voorbeelden in feite verwijst naar een reeks onderling strijdige procedures.
Door expliciet de modellen en de eenheden naar voren te halen, kunnen misconcepties en fouten voorkomen worden. Dit artikel zet aan de hand van de examenresultaten van het MBA-examen Bedrijfseconomie 1994 uiteen hoe studenten in de war komen door de bedrijfseconomische aanpak om met rekenvoorbeelden te werken.
- Impliciet versus expliciet onderwijs in bedrijfseconomische modellen
A.T.J. Vernooij, (1996). Samenvatting proefschrift in Tijdschrift voor Onderwijs Research, 21e jaargang, nr.3, blz. 246-261.
Binnen het bedrijfseconomisch onderwijs op HAVO en VWO is het gebruikelijk om proefwerken af te nemen over afgeronde eenheden nieuwe leerstof zonder dat de integratie van de nieuwe leerstof met de oude leerstof wordt onderzocht. De verwachting is dat leerlingen de nieuwe stof als een zelfstandige eenheid opvatten en de kennis over de nieuwe leerstof toevoegen aan de kennis die reeds eerder is verworven.
In een onderzoek naar de mogelijkheden om computers te gebruiken bij het bedrijfs-economisch onderwijs op het VWO (Vernooij en Visch, 1994) kwam naar voren dat deze verwachting niet correct is. Leerlingen zoeken naar een integratie van de nieuwe leerstof met de reeds eerder verworven kennis. Geconstateerd werd dat leerlingen tot complexe mentale processen overgaan indien de nieuwe leerstof niet consistent is met de eerder behandelde leerstof.
- Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl
Vele voorbeelden van conceptuele modellen uit de bedrijfseconomie
|
|
|
Inconsistente terminologie |
- Op zoek naar consistentie in de leerstof Bedrijfseconomie
A.T.J. Vernooij (1994). Onderzoek van Onderwijs, 23e jaargang, nr.3.
Bedrijfseconomie is opgebouwd uit sub-disciplines die elk een eigen begrippenapparaat hebben. De onderlinge verschillen zijn niet geprofileerd. Fons Vernooij onderzocht hoe leerlingen uit HAVO en VWO omgaan met de tegenstrijdigheden die daaruit voortvloeien. Hij constateert in zijn proefschrift 'Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen' dat de leerlingen consistentie verwachten in de leerstof. Wanneer die ontbreekt brengen zij in hun gedachten zelf samenhang aan, ook als die samenhang niet bestaat. Daarmee is een belangrijke bron van fouten in het oplossingsproces vastgesteld.
De geschetste problematiek is ook voor het hoger onderwijs van belang. Studenten krijgen colleges vanuit afzonderlijke disciplines. Zij vormen zelf de verbindende schakel en brengen ordening aan in de stof. Op gelijke wijze als in het voortgezet onderwijs kan dat fout gaan wanneer meer ordening wordt aangebracht dan de leerstof toestaat.
- Leren leren vereist consistentie in de lesstof. Essenties uit het promotieonderzoek naar het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen.
Vernooij, A. T. J. (1998). Pedagogisch Tijdschrift, jaargang 23, nr.1, 39-62.
Leerlingen maken zich een voorstelling van een economisch model. Maar zij onderkennen de verschillen tussen jargons niet. Daardoor schuiven leerlingen begrippenkaders ineen. Expliciet onderwijs in economische modellen kan dat voorkomen. En daarom is het onderwijs in havo en vwo grondig veranderd. Dat opent de mogelijkheid om de aandacht te verschuiven naar een systematische manier om vraagstukken aan te pakken.
- Zie ook: bedrijfseconomische-begrippen.nl
Synoniemen - Homoniemen - Misconcepties - Anglicismen - Afkortingen
|
|
|
|
|
|
Informatie over Fons Vernooij
|
Ik ben in 1975 begonnen als docent economie aan het Zaanlands Lyceum in Zaandam en later het Rijnlands Lyceum in Sassenheim. In 1980 maakte ik de overstap naar de Haagse Hogeschool en in 1987 naar Courseware Midden Nederland een experimenteel bedrijf dat Computer Ondersteund Onderwijs voor het hoger onderwijs ging maken. Daar leerde ik dat de didactiek afhankelijk is van het medium.
Vanaf 1988 was ik als vakdidacticus voor Bedrijfseconomie verbonden aan het Instituut voor de Lerarenopleiding van de UvA. Vanaf 2000 was ik voor een deel van mijn tijd als onderwijskundige verbonden aan de innovatieve HEAO van de Hogeschool van Amsterdam, waarvan de Johan Cruijff Academy een onderdeel is.
Vanaf maart 2002 tot november 2010 ben ik als universitair hoofddocent werkzaam geweest bij de Vrije Universiteit. Daar besteedde ik de helft van mijn tijd aan projecten bij de Digitale Universiteit. Nu ben ik met pensioen en kan ik terugkijken op een boeiende reeks van activiteiten in het onderwijs. Steeds heb ik gewerkt op het raakvlak van (bedrijfs)economie, onderwijskunde en inzet van computers in het onderwijs.
|
|
|
|
|
|
|
|
|