|
|
|
Laatste update fons-vernooij.nl: 13 december 2024. |
|
|
Toelichting Management & Organisatie (M&O) |
Historisch materiaal van Fons Vernooij
|
|
Overzicht van onderwerpen waar artikelen u artikelen van kunt downloaden |
|
|
De ontwikkeling van M & O als vak |
- De toekomst van het vak M&O
(2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr. 6.
Vernooij gaat in dit artikel in op de kritiek op het programma M & O en geeft aan waarom naar zijn mening de problematiek van niet-commerciële organisaties van belang is. Hoe verleidelijk de verzoeken om meer bedrijfseconomie ook klinken, zij verliezen de rationale voor het vak M&O als vak binnen het algemeen vormend onderwijs uit het oog. (Zie voor de uitgebreide discussie het thema Baten en Lasten in een van de onderstaande blokken.)
- E-business: De leraar als internetondernemer
(2001). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs Nr 1.
Dankzij de komst van nieuwe media in het onderwijs kunnen docenten zichzelf meer gaan zien als ondernemer in educatieve diensten, dan als ambtenaar met een vast programma aan eenzelfde school. Internet biedt de mogelijkheid om een eigen raam naar de wereld te creëren en naast lesactiviteiten ook cursussen te verzorgen of lesmateriaal aan te bieden.
- De aanvaardbaarheidsvraag, een nieuw fenomeen
Aanzet tot een discussie over de voorbeeldexamens M&O. (1999). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, nr.2.
Met tien vraagtypen heeft de CEVO gekozen voor een insteek via uniforme vraagstellingen voor alle gammavakken inclusief M&O. Een van de meest opvallende vraagtypen is de aanvaardbaarheids-vraag. Die toetst of leerlingen voldoende kritisch inzicht ontwikkeld hebben, maar dat vraagtype eist ook van docenten een kritische opstelling.
- Management en Organisatie, een nieuw vak
(1998). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, nr. 5.
Fons Vernooij was zowel lid van de vakontwikkelgroep Economie als van de expliciterings-commissie Management & Organisatie. Hij geeft een toelichting op de inhoud van het nieuwe vak en op de wijze waarop dit tot stand is gekomen.
|
|
|
Baten en Lasten |
- Baten en lasten bij een vereniging
Fons Vernooij, (2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.1, blz. 45 e.v.
De belangrijkste bedoeling van het examenprogramma M&O was om leerlingen economisch inzicht bij te brengen van organisaties uit hun directe omgeving. Bij de niet-commerciële-organisaties gaat het in eerste instantie om sportverenigingen en om stichtingen die geld inzamelen voor goede doelen. In tweede instantie om de subsidierichtlijnen die de overheid uitvaardigt en die van belang zijn om te begrijpen hoe verenigingen en stichtingen aanvragen kunnen indienen en hun administratie moeten inrichten om zich te conformeren aan de gewoontes en gebruiken bij de overheid.
Quintus, een cluster van non-profit-centra
Fons Vernooij,(2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.1, blz. 45 e.v. Uitvoerige bijlage.
In het artikel 'Baten en lasten bij een vereniging' is een uitvoerige bijlage opgenomen over de studentenvereniging Quintus uit Leiden die drie stichtingen beheert.
- Baten en lasten bij de overheid
Jorica Temmerman en Fons Vernooi,j (2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.2, blz. 139 e.v.
In dit artikel gaat hij samen met Jorica Temmerman nader in op de ontwikkelingen rond de baten en lasten zoals die zich de laatste jaren voltrokken hebben bij de overheid. Jorica is recent afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit en heeft een scriptie geschreven over de toenemende belangstelling voor toepassing van het stelsel van baten en lasten bij de rijksoverheid.. De bedoeling van dit artikel is om docenten meer achtergrond te geven bij de ontwikkelingen in het denken over baten en lasten bij de rijksoverheid vanwege de subsidieproblematiek waar verenigingen en stichtingen mee te maken kunnen krijgen.
- Baten en lasten in het examenprogramma M & O.
Gief van Schijndel & Ton Verwey, (2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.3, blz. 302 e.v.
In aflevering 1 en 2 van deze jaargang van dit tijdschrift pleiten Fons Vernooij en Jorica Temmerman voor een 'back to basics' voor het examenprogramma M&O. Wat hen betreft, komt dat neer op een benadrukken van twee eindtermen uit het subdomein 'Financieel beleid in niet-commerciële organisaties'. Wij vinden het een onzalige gedachte om het onderwijs op te zadelen met begrippen als 'kapitaaldienst' en 'gewone dienst'. Gief van Schijndel en Ton Verwey pleiten er juist voor bij een eerstvolgende herziening het programma van deze begrippen te zuiveren.
- De toekomst van het vak M&O
Fons Vernooij, (2003). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.6
In hun artikel over ‘Baten en Lasten in het examenprogramma M&O’ reageren Gief van Schijndel en Ton Verwey heftig op de artikelen van Vernooij en Temmerman over de positie van de niet commerciële organisaties binnen het programma voor Management en Organisatie. Zij beweren dat de verschillen tussen commerciële en niet-commerciële organisaties steeds meer vervagen. Vernooij zet uiteen waarom deze aanpak naar zijn mening gebaseerd is op een onjuiste interpretatie van de problematiek van niet-commerciële organisaties. Hoe verleidelijk de voorgestelde weg ook klinkt, zij verliest de rationale voor het vak M&O als vak binnen het algemeen vormend onderwijs uit het oog.
- Hoe slepende penningmeesters M&O slopen
Gief van Schijndel en Ton Verwey, (2004). Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs. nr.1
In een uitgebreid artikel onder de kop ‘De toekomst van M&O’ gaat Fons Vernooij op ons artikel. Ondanks de vele woorden die Vernooij gebruikt, heeft hij ons niet overtuigd. De richting die Vernooij voorstaat, zal het vak M&O uiteindelijk marginaliseren. Leerlingen, docenten en maatschappij zullen de relevantie van het vak niet onderkennen. Ter wille van de leesbaarheid van deze reactie beperken we ons tot slechts enkele kanttekeningen bij het laatste artikel van Vernooij.
|
|
|
|
|
|
Informatie over Fons Vernooij
|
Ik ben in 1975 begonnen als docent economie aan het Zaanlands Lyceum in Zaandam en later het Rijnlands Lyceum in Sassenheim. In 1980 maakte ik de overstap naar de Haagse Hogeschool en in 1987 naar Courseware Midden Nederland een experimenteel bedrijf dat Computer Ondersteund Onderwijs voor het hoger onderwijs ging maken. Daar leerde ik dat de didactiek afhankelijk is van het medium.
Vanaf 1988 was ik als vakdidacticus voor Bedrijfseconomie verbonden aan het Instituut voor de Lerarenopleiding van de UvA. Vanaf 2000 was ik voor een deel van mijn tijd als onderwijskundige verbonden aan de innovatieve HEAO van de Hogeschool van Amsterdam, waarvan de Johan Cruijff Academy een onderdeel is.
Vanaf maart 2002 tot november 2010 ben ik als universitair hoofddocent werkzaam geweest bij de Vrije Universiteit. Daar besteedde ik de helft van mijn tijd aan projecten bij de Digitale Universiteit. Nu ben ik met pensioen en kan ik terugkijken op een boeiende reeks van activiteiten in het onderwijs. Steeds heb ik gewerkt op het raakvlak van (bedrijfs)economie, onderwijskunde en inzet van computers in het onderwijs.
|
|
|
|
|
|
|
|
|