Calibra (Anglicisme) |
Een calibra is de wallet c.q. de elektronische portefeuille, waarin je libra's kunt opslaan. Het is de bedoleing dat je via Facebook, What's App en Instagram goederen en diensten kunt kopen door te betalen met libra's.
|
Call-optie (Anglicisme) |
Een call- optie is het recht om een aandeel te kopen op een toekomstig tijdstip voor een prijs die nu reeds vast staat. De koper betaalt bij het openen van de positie een premie aan de verkoper.
De oorspronkelijke verkoper, dus degene die de optie als eerste heeft uitgeschreven, is de schrijver. Deze krijgt dus het recht om een aandeel te verkopen (zie put-optie).
De koper kan zijn optie tussentijds verkopen aan derden en zal dan een deel van de premie die hij betaald heeft doorrekenen in zijn verkoopprijs.
|
Cash (Anglicisme) |
- Amerikaanse term om het totaal aan betaalmiddelen aan te geven waarmee je onmiddellijk je betalingsverplichting kunt uitvoeren, dus chartaal geld en giraal geld samen.
Aangezien het girale geld in de VS meestal in de vorm van een creditcard wordt aangeboden, vallen de kredieten in rekening courant ook onder dit begrip.
- Contant geld in munten en bankbiljetten. Dit begrip staat naast pinnen en contactloos betalen.
- Misconceptie: Kas of kasgeld. Oorzaak van deze misconceptie is dat ‘kas’ een simpele vertaling is van ‘cash’.
Zie ook: cashflow in de vertaling van kasstroom, en kasvoorraad als onderdeel van het kasbeheer.
|
Cashflow (Anglicisme) |
Synoniem: kasstroom |
- Som van afschrijvingen en nettowinstvoor de winstverdeling: bedrag dat vrij komt voor de vervangingsinvesteringen en de winstverdeling [euro/periode] {Interne Verslaggeving}.
- Som van afschrijvingen en nettowinstna aftrek van vennootschapsbelasting: bedrag beschikbaar om te besteden aan dividend of reservering [euro/periode] {Interne Verslaggeving}.
- Som van afschrijvingen en nettowinstna de winstverdeling: bedrag dat binnen de onderneming blijft en beschikbaar is voor investeringen [euro/periode] {Interne Verslaggeving}.
- Stroom van te verwachten ontvangsten en/of uitgaven die samenhangen met een investeringsproject [euro/project] {Interne Verslaggeving}.
- Saldo van te verwachten ontvangsten en uitgaven die samenhangen met een investeringsproject [euro/project] {Interne Verslaggeving}.
- Stroom van te verwachtenjaarlijkse ontvangsten en/of uitgaven die samenhangen met een investeringsproject [euro/project/jaar] {Interne Verslaggeving}.
- Saldo van te verwachtenjaarlijkse ontvangsten en uitgaven die samenhangen met een investeringsproject [euro/project/jaar] {Interne Verslaggeving}.
- Idem betekenis 4 t/m 7, maar dan als gerealiseerde stroom van middelen.
- Varianten die afhangen van het gebruik van het woord in een specifieke situatie. Per keer kan men zich de vraag stellen: ‘Wat bedoelt de auteur op dit moment met dit woord?’.
|
Chartaal geld |
Bankbiljetten en munten samen. Het chartale geld is een onderdeel van de contante middelen ofwel de cash.
|
Cliënt |
- Iemand die goederen of diensten wil aanschaffen maar waarvoor de rekening naar een (zorg)verzekeraar gaat.
- Iemand die goederen of diensten aanschaft maar waarvoor de rekening naar een (zorg)verzekeraar gaat.
Zie ook: klant en patiënt.
|
Code Tabaksblat |
Aanbevelingen die door een commissie onder leiding van de heer Tabaksblatt zijn gedaan om meer duidelijkheid te scheppen over de beloning van de directie van ondernemingen.
|
Comfort |
Rugdekking voor bestuurders van dochterondernemingen, waardoor hun beslissingen de steun krijgen van bestuurders uit de moedermaatschappij met als gevolg dat de bestuurders van de dochter niet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de beslissingen die zij nemen.
De bestuurders worden dus gevrijwaard van rechtsvervolging als zij meewerken met het hoofdkantoor.
|
Commerciële balans |
Balans die voldoet aan de richtlijnen van de overheid (en de beurscommissies van de effectenbeurs) zodat deze uitgebracht kan worden ten behoeve van de aandeelhouders van een NV of BV.
Deze balans kan afwijken van de fiscale balans die is opgesteld conform de richtlijnen van de belastingdienst.
|
Commerciële kosten |
- Alle toegestane kosten die nodig zijn om de productie en verkoop te verzorgen, dus inclusief algemene kosten en verkoopkosten [euro/periode] {Kostencalculatie}. Vandaar: commerciële standaardkostprijs.
- Misconceptie: alle toegestane kosten die nodig zijn om de verkoop te verzorgen [euro/periode] {Kostencalculatie}.
- Misconceptie: alle werkelijke kosten die gemaakt zijn tijdens de productie en verkoop [euro/periode].
- Misconceptie: commerciële kostprijs [euro/stuk].
- Misconceptie: werkelijke kosten per eenheid product [euro/stuk].
|
Commerciële kostprijs |
- Toegestane commerciële kosten per eenheid product bij massaproductie [euro/stuk].
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.
Zie ook: fabricagekostprijs
Synoniem: commerciële standaardkostprijs.
- Verwachte fabricagekosten per eenheid product bij stukproductie [euro/stuk] {Kostencalculatie}.
- Misconceptie: werkelijke fabricagekosten per eenheid product [euro/stuk] {Kostencalculatie}.
- Misconceptie: werkelijke fabricagekosten van de afzet [euro/periode].
|
Commissie |
- Financiële vergoeding voor een tussenhandelaar, die afhankelijk is van een transactie die voor de opdrachtgever is uitgevoerd. Bij beurshandelaren kan dat een bepaald percentage zijn van de aankoopprijs of verkoopprijs van een aandeel of obligatie.
- Financiële vergoeding voor een verkoper, die afhankelijk is van de omvang van een transactie of een omzet die voor de werkgever is behaald. Synoniem: provisie.
|
Commissionair |
Handelaar die als tussenpersoon de aankoop of verkoop van goederen of effecten verzorgt en voor zijn dienstverlening een vergoeding van kosten plus een percentage van de prijs of de omzet (commissie) krijgt. |
Complementaire kosten |
- Aanvullende kosten, c.q. overige kosten.
- Alle andere kosten dan de machinekosten (zoals grondstofkosten, arbeidskosten en overige machinekosten).
- Alle overige machinekosten.
- Alle indirecte machinekosten.
|
N.B. De betekenis van deze term hangt dus sterk af van de overige kostencategorieën die in een casus genoemd staan.
Om de term te interpreteren is het dus nodig om eerst te kijken welke andere termen genoemd worden in de casus, om daarna te concluderen wat in die specifieke situatie tot de complementaire kosten gerekend moet worden. (Zie ook de term Bedrijfseconomie).
|
Comprehensive income (Anglicisme) |
Berekening van het netto-bedrijfsresultaat voor belastingen op basis van IFRS. Deze berekeningswijze staat tegenover de berekening van het netto-omzetresultaat volgens het Besluit Modellen Jaarrekening. (Zie bedrijfseconomische-modellen.nl).
Onder IFRS werkt men vanuit een inschatting van de reële waarde (fair value) van de activa en passiva naar wijzigingen in deze balansposten en daarmee naar aanpassingen die in de resultatenrekening tot uiting moeten komen.
Deze komen vervolgens bij het “net income” dat op basis van EBITA is berekend, dus het resultaat uit de lopende activiteiten zonder afschrijvingen, afboekingen, rente en belasting.
|
Conceptual framework (Anglicisme) |
Een Conceptual Framework is een coherent systeem van onderling gerelateerde doeleinden en fundamenten, welke kunnen leiden tot consistente standaarden.
Het beschrijft de aard, de functie en de beperkingen van de financiële berichtgeving (FASB) {Externe Verslaggeving}. Een CF is onderverdeeld in een aantal componenten:
- Objectives (doelstellingen),
- Qualitative characteristics of financial reporting (kwalitatieve kenmerken van verslaggeving),
- Objectives of financial reporting (doelstellingen van financiële rapportage),
- Recognition and measurement (wijze van realisatie en meting),
- Elements of financial statements (onderdelen in de financiële rapportages),
- Cash flow information and present value in accounting measurements (gebruik van kasstroom informatie).
|
Concurrente vorderingen |
Vorderingen op een ondernemer of onderneming die voortvloeien uit een faillissementsprocedure en die niet gebaseerd zijn op een voorkeursrecht bij de verdeling van de binnenkomende gelden.
Aangezien eerst de boedelvorderingen uitbetaald worden en daarna de preferente vorderingen, zal er bij een faillissement veelal weinig of geen geld overblijven voor de curator om de concurrente vorderingen te voldoen.
|
Constante kosten |
Opmerking:
Het begrip constante kosten is eigenlijk een tegenwicht voor het begrip variabele kosten. Variabele kosten zijn gedefinieerd.
- Alle kosten die niet tot de variabele kosten behoren, maken deel uit van de constante of vaste kosten [euro/periode] {Kostencalculatie}.
- Dus: alle kosten die niet samenhangen met de omvang van de productie [euro/periode].
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.
Zie ook: variabele kosten .
Of: alle kosten die niet samenhangen met de omvang van de afzet [euro/periode].
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl {Kostencalculatie}.
Zie ook: variabele kosten .
Synoniem: vaste kosten
- Misconceptie: kosten die niet veranderen in een periode, want budgetten kunnen van dag op dag veranderen, maar zolang ze niet afhankelijk zijn van de afzet of de productie zijn het constante of vaste kosten.
- Misconceptie: kosten die samenhangen met de vaste productiemiddelen, want dergelijke kosten kunnen wel deel uit maken van de constante kosten, maar ze kunnen ook variabel zijn (bijv. lease-constructies) [euro/periode].
- Misconceptie: de som van afschrijvingskosten en interestkosten, want deze vormen slechts een deel van de constante kosten [euro/periode].
|
Consument |
- Persoon die consumeert, dat wil zeggen goederen of diensten koopt zonder de intentie te hebben deze te verkopen of te verwerken voor de verkoop. De persoon die dat wel doet is een producent.
Synoniemen: consumptiehuishouding, gezin (dus een alleenstaand persoon vormt voor economen ook een gezin).
- Functie in het maatschappelijk verkeer. Een persoon kan zowel consument als producent zijn.
Een huisarts is een persoon die op sommige tijdstippen van de dag produceert (als hij bijvoorbeeld spreekuur houdt) en op andere momenten van de dag consumeert (als hij bijvoorbeeld gaat eten). De huisarts kan dus twee functies vervullen {Micro-economie}.
|
Consumentenprijs |
- Verkoopprijs inclusief BTW die de klant moet betalen: adviesprijs minus eventuele korting [euro/stuk; euro/paar; et cetera, maar nooit euro].
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl.
- Misconceptie: verkoopprijs voor de consument na aftrek BTW.
|
Contactloos betalen |
- Betalen met een pinpas door die dicht bij een betaalapparaat te houden zonder dat je een pincode invoert.
- Betalen met een chip die in je telefoon zit en die je dicht bij een betaalapparaat houdt.
- Misconceptie: pinnen.
|
Contante middelen |
- Contante middelen bestaan uit munten en bankbiljetten die direct overhandigd kunnen worden. "Heb je het contant bij je?".
- Contante middelen bestaan enerzijds uit munten en bankbiljetten, en anderzijds uit girale toegoeden die via pinpas of credit card zijn over te dragen. "Kun je mij direct betalen?".
|
Contante waarde |
Term uit de financiële rekenkunde: de waarde op dit moment van een bedrag dat in de toekomst beschikbaar komt. In de berekening wordt de interest op basis van een nader af te spreken percentage in mindering gebracht.
Dus als ik over drie jaar 1000 euro krijg, dan is de contante waarde bij een interestvoet van 6% per jaar gelijk aan 1000 euro / (1,06)3. De eindwaarde van het bedrag wordt dus bij herhaling gedeeld door 1,06.
Dit is de tegengestelde bewerking van de eindwaarde: 1000 euro nu, is over drie jaar 1000 x (1,06) x (1,06) x (1,06) = 1000 x (1,06)3 waard.
Synoniem: Beginwaarde.
|
Contante waarde methode |
Methode om met behulp van de contante waarde van een onderneming te berekenen hoe groot de bedrijfswaarde is op basis van de voorspelde ingaande en uitgaande kasstromen die zich in de resterende levensduur van een onderneming zullen voordoen.
Een belangrijke correctie op de Contante Waarde Methode is de methode van de Reële opties.
|
Control {Anglicisme} |
Beheersing van een bedrijfskundig proces. Dit betekent dat iemand de verantwoordelijkheid en de zeggenschap heeft om ervoor te zorgen dat een bepaald proces in het bedrijf op correcte wijze wordt uitgevoerd.
|
Controle |
- Achteraf bekijken of iets goed is gegaan. De afdeling Interne Controle heeft tot aak om na te gaan of er geen fouten zijn gemaakt of dat er geen fraude is gepleegd door de werknemers. Planning, Uitvoering en Controle zijn drie onderdelen in het beleid.
- Anglicisme:Onjuiste vertaling van het woord ‘Control’ , dat ‘beheersing’ betekent. Dat begrip houdt in dat uitvoering en het Nederlandse controle samengevoegd zijn. In de Angelsaksische wereld gaat het dus om Planning & Control.
|
Converteerbaar |
Converteren betekent omzetten in een andere financiële vorm. De term wordt voornamelijk gebruikt om aan te geven wanneer obligatiehouders het recht hebben hun obligaties om te zetten in aandelen.
|
Cost driver Anglicisme |
Factor die de omvang van de kosten bepaalt of in belangrijke mate beïnvloedt. Zie ook value driver.
|
Creactief boekhouden |
- De boekhoudregels toepassen op een manier die niet bedoeld is, maar nog net verdedigbaar binnen de wet.
- De boekhouding misbruiken om de belasting onrechtmatig te benadelen, frauderen dus.
|
Credit |
Rechterzijde van de balans of een grootboekrekening {Bedrijfsadministratie} (de r van rechterzijde zit in het woord credit). De tegenhanger is debet.
|
Credit card Anglicisme |
Uit de VS afkomstige wijze van betalen met behulp van een gewaarborgde identiteitskaart waarmee goederen (ook consumptiegoederen) op krediet gekocht kunnen worden.
|
Crediteren |
- Aan de creditzijde van een grootboekrekening boeken. Dus een grootboekpagina heeft een linkerzijde (debet) en een rechterzijde (credit). Alles wat links komt te staan heet debiteren en alles wat rechts komt te staan heet crediteren. {Bedrijfsadministratie}
- Terugboeken of ongedaan maken. Als iets aan de debetzijde (links) vermeld staat, dan is het ongedaan te maken door het weg te strepen of (beter nog) door hetzelfde bedrag aan de creditzijde (rechts) op te nemen. Per saldo staat er dan geen bedrag meer op de rekening.
|
Crediteuren |
- De zakenrelaties die nog geld tegoed hebben, zoals de mensen die handelsgoederen, grondstoffen of diensten geleverd hebben (de handelscrediteuren) of de mensen die andere goederen of diensten geleverd hebben. {Bedrijfsadministratie}
- Geld dat je nog moet betalen aan je leveranciers. [euro] {Bedrijfsadministratie}
|
Cross-border listings Anglicisme |
Naamloze vennootschappen die niet alleen in het land waar het hoofdkantoor staat een beursnotering hebben, maar ook in andere landen. Het jaarverslag moet in elk land waar het bedrijf een beursnotering heeft, voldoen aan de eisen van de nationale toezichthouder.
Om die reden is de het initiatief tot IFRS genomen zodat allerlei nationale toezichthouders dezelfde eisen zouden stellen.
|
Cryptogeld |
Cryptogeld is de overkoepelende term voor virtuele of digitale muntsoorten (cryptomunten) die buiten de officiële instanties om in circulatie zijn gekomen en in stand worden gehouden door anonieme bemiddelaars.
Het gaat steeds om twee niveaus: een internet-netwerk dat geleid wordt door particulieren en een muntsoort die functioneert binnen dat netwerk. Om die reden is het ook geen geld, maar het functioneert net als vreemde valuta, goud en zilver wel als betaalmiddel.
De clou is dat de munt via encryptie, (dus versleuteling) zijn beperkte beschikbaarheid verwerft. De bekendste vorm van cryptogeld is de Bitcoin. Daarnaast zijn er vele verbeteringen die gezamenlijk als altcoins worden aangeduid. Uitvoerige informatie over cryptocoins is te vinden bij de Cryptocoin Society.
De bekendste internet-netwerken die lijken op het bitcoin-netwerk, zijn de Ripple, de Ethereum en de Litecoin. Zij hebben meer functies of andere functies dan de bitcoin, maar worden soms ook als bitcoin aangemerkt.
In dat geval functioneert de term bitcoin als een soortnaam van enerzijds netwerken en anderzijds cryptomunten. Voor het beheren van de munten heb je een wallet nodig.
De onzekerheid over de correcte afwikkelingen, de hacks en de diefstallen, maakt het riskant om te speculeren in de waarde van cryptogeld. Een munt kan als een zeepbel uiteen spatten.
Recente ontwikkelingen zijn dat het Facebookconcern (dus Facebook met Instagram en WhatsApp) zelf een cryptomunt wil lanceren: de Libra.
Daarbij hoort een organisatie om alle betalingen en voorraden betaalmiddel te beheren. Dat gaat dan via een dochtenonderneming die Calibra gaat heten.
|
Cryptocurrency |
Het woord cryptocurrency is het Engelse woord voor cryptogeld.
|
Cryptomunt |
Een cryptomunt is een specifieke virtuele of digitale munteenheid (valuta) die onderdeel uitmaakt van cryptogeld als overkoepelende systematiek. De bekendste cryptomunt is de Bitcoin met als afkorting BTC.
Daarnaast bestaan onder andere de BCH uit het Bitcoin Cash netwerk, de ETH of Ether uit het Ethereum-netwerk, de XRP die als betaalmiddel binnen Ripple functioneert en de Litecoin.
De koersen van de diverse munten zijn hier te vinden: BTC, BCH, ETH of Ether, XRP en Litecoin. Voor het beheren van de munten heb je een wallet nodig.
Synoniem: cryptovaluta
|
Cryptovaluta |
Het woord cryptovaluta is het Engelse woord voor cryptomunt.
|
Current ratio |
- Volgens de Externe Verslaggeving:
de vlottende activa
-------------------------------------
het kort vreemd vermogen
- Volgens de Financiering en de Interne Verslaggeving:
de vlottende activa plus de liquide middelen
--------------------------------------------------------------
het kort vreemd vermogen
|
Het verschil volgt uit de verschillende definities van vlottende activa. Kijk voor een toelichting bij de wettelijke modellen op bedrijfseconomische-modellen.nl
Bij de financiering en de interne verslaggeving neemt men de liquide middelen altijd als aparte categorie op de balans op.
Bij de externe verslaglegging bestaat een tweedeling op de debetzijde van de balans tussen vaste en vlottende activa.
De eenheid van de current ratio is een onbenoemd getal, want een deling van euro door euro laat de eenheid uit teller en noemer tegen elkaar wegvallen.
|
Vakdidactische termen
|
Vt Centrale grootheid |
De centrale grootheid is de grootheid die bovenaan staat in het schema van een bedrijfseconomisch model. Het is de spil waar het probleem om draait, het herkenningspunt van waaruit je een PAD kunt construeren.
Bij fundamentele vraagstukken is dit de gevraagde grootheid in de berekening. Maar bij contraire vraagstukken is de waarde van de centrale grootheid gegeven en is één van de oorspronkelijke gegevens tot gevraagde grootheid verheven.
Aangezien je bij het oplossen van vraagstukken de neiging hebt om vanuit de gevraagde grootheid op zoek te gaan naar het netwerk wat eronder zit, kom je bij contraire vraagstukken in de problemen. Daar moet je immers naar boven kijken.
Dat betekent dat je moet ontdekken welke van de beschibare gegevens in feite de centrale grootheid uit het schema is.
|
Vt Competent |
- Geschikt voor het uitoefenen van zijn functie.
- Iemand die beschikt over alle competenties die in een functie vereist worden.
- In staat om kennis, houding en vaardigheden zodanig te combineren dat het leidt tot succesvol optreden in een bepaalde functie.
Zie ook: Vakdidactiek Bedrijfseconomie - Competent.
|
Vt Competentie |
- Een competentie is een vereiste vanuit de functie waarbij de werknemer kennis, houding en vaardigheden zodanig weet toe te passen dat het leidt tot succesvol gedrag in moeilijke situaties (In het Engels: competence required).
Werkgevers zijn via hun HRM op zoek naar mensen die competent zijn.
- Een competentie is een persoonlijke kwaliteit van iemand die er borg voor staat dat hij (of zij) in een moeilijke situatie dankzij zijn kennis, houding en vaardigheden in staat is om problemen succesvol aan te pakken (In het Engels: competency available)
|
Vt Concept |
- Een concept is een ontwerp, een voorlopige formulering van een tekst of wetsvoorstel.
- Soms komt de term concept voor als synoniem voor begrip of grootheid. In Van Dale komt deze betekenis niet voor. Het is ook geen Anglicisme, maar het lijkt eerder afgeleid van de term misconcept of eigenlijk misconceptie.
Verwant aan dit begrip is de preconcept, d.w.z. een begrip of grootheid die een leerling ontwikkeld heeft voordat hij of zij onderwijs krijgt op het betreffende vakgebied.
|
Vt Conceptie |
Een conceptie is een bevatting, c.q. een vorming van begrip in de geest. Ook een vinding of creatief idee is een vorming in de geest. Als iemand een verkeerde opvatting over een term heeft, is er sprake van een misconceptie.
|
Vt Concepteel model |
Een conceptueel model is een beschrijving van een berekening, of van een systeem, of van een apparaat, zoals dat door experts geformuleerd is. Bij een berekening geeft het conceptuele model aan hoe de berekening stap voor stap uitgevoerd moet worden.
Opvallend is dat bedrijfseconomen wel veel berekeningen maken, maar de modellen die onder de berekeningen schuil gaan, zelden expliciet maken. Zie de website: Bedrijfseconomische-modellen.nl.
Via bedrijfseconomische vraagstukken moeten leerlingen en studenten zich de diverse stappen uit de berekening eigen maken door het berekenen van
de uitkomst van die vraagstukken. Voorbeelden van berekeningen dienen als instructiemateriaal.
Op die wijze ontwikkelen zij vanzelf mentale modellen die een afspiegeling zijn van de conceptuele modellen, maar die daar op onderdelen van af kunnen wijken. Of die met andere mentale modellen tot een eenheid worden vervlochten om consistentie aan te brengen, ook als die er niet is. Zie de website: Vakdidactiek-Bedrijfseconomie.nl
Een uitgebreide didactische toelichting is te vinden bij het item CoRe (Content Representation). Daar staat aangegeven hoe docenten in samenspraak kunnen komen tot een samenhangend beeld van de thematiek van voorraadwaardering.
|
Vt Conceptuele definitie |
- Definitie die de betekenis van een begrip of grootheid aangeeft, los van de vraag hoe de waarde van die grootheid berekend moet worden en los van de vraag welke eenheid bij die grootheid past.
Voor de berekeningswijze van de waarde en de eenheid van een grootheid is de operationele definitie van belang.
- Synoniem: semantische definitie.
Voorbeeld van een conceptuele definitie: de nettowinst is wat een ondernemer aan het eind van het jaar overhoudt om vrij te besteden. Voorbeeld van een operationele definitie: de nettowinst is de brutowinst minus de bedrijfskosten.
Aangezien economen hun grootheden vaak in verschillende betekenissen gebruiken, kunnen er voor hetzelfde woord meer semantische definities zijn en/of meer operationele definities. Dat maakt bedrijfseconomie juist zo verwarrend. Voorbeeld: kostprijs.
Zie ook: Vakdidactiek Bedrijfseconomie - Synoniemen en homoniemen.
|
Vt Connotatieve definitie |
Definitie die een positieve of negatieve gevoelswaarde geeft aan een concept, los van de vraag hoe de waarde van die grootheid berekend moet worden. Bijvoorbeeld "overwinst" als het deel van de winst dat meer is dan te rechtvaardigen is.
Tegenover connotatieve definitie staat denotatieve definitie (neutrale omschrijving). Bijvoorbeeld "overwinst" als de winst na aftrek van de beloning van de ondernemer voor zijn arbeidstijd en het eigen vermogen dat hij in de zaak heeft gestoken.
|
Vt Contextarme omgeving |
Een vraagstuk dat niet meer gegevens bevat dan strikt nodig is om de uitkomst te berekenen.
Je kunt dan uitgaan van het gegevensadagium, het principe dat je alle gegevens moet gebruiken en dat je moet zoeken naar de meest waarschijnlijke combinatie van alle gegevens.
Deze aanpak garandeert niet dat je economisch inzicht opdoet, want een ondernemer zal nooit op deze wijze een vraagstuk oplossen. Die moet op zoek naar gegevens op basis van een bedrijfseconomisch model dat hij in zijn hoofd heeft zitten.
|
Vt Contextrijke omgeving |
Een vraagstuk dat meer gegevens bevat dan je moet verwerken in de berekening en waar je het gegevensadagium niet kunt toepassen.
De extra gegevens zijn aanwezig om je tot een keuze te dwingen aan de hand van een bedrijfseconomisch model. Dit model biedt houvast bij het vaststellen welke gegevens nodig zijn en welke niet. Deze aanpak doet een beroep op economisch inzicht.
|
Vt Contraire vraagstukken |
Vraagstukken waarin je een bekend oplossingspad in omgekeerde richting moet afwerken. Je weet hoe je van a naar z moet lopen en nu vragen ze je om van z naar a te lopen.
Heb je net je best gedaan om de weg van a tot z te onthouden, moet je hem van achter naar voren opzeggen.
Grootheden zoals de kostprijs en het bedrijfsresultaat die je normaal gesproken moet berekenen en die dan als centrale grootheid van een berekening optreden, duiken in contraire vraagstukken als gegevens op.
Tegelijk treedt één van de grootheden die normaal gesproken gegeven is, nu als gevraagde grootheid op.
Contraire vraagstukken bevatten niet altijd economische problemen waar een ondernemer zich mee geconfronteerd ziet. Soms zijn het constructies van een auteur, die wil uitzoeken of je een procedure beheerst door je te dwingen die procedure achterstevoren toe te passen.
|
Vt Controleren |
Niet alleen narekenen of de gevraagde uitkomst juist is, maar nagaan of de gedachtengang correct is geweest. Beschikbare controle-strategieën zijn:
- dimensieanalyse;
- berekening langs alternatieve weg;
- terugrekenen vanuit de uitkomst;
- uitvoeren van een verschil-analyse;
- schatten van de orde van grootte;
- toetsing van de marges;
- opbouwen van verwachtingen;
- hanteren van als .. dan .. redeneringen.
Aanleidingen tot het uitvoeren van controles liggen in het systematisch hanteren van deze controlestrategieën of in het opmerken van alarmsignalen.
In onderwijssituaties zullen de alarmsignalen een rol spelen, maar in de praktijk zal de econoom een systematische werkwijze moeten toepassen en een eigen set van alarmsignalen moeten ontwikkelen.
|
Vt CoRe: Content Representation |
Een CoRe ofwel een Content Representation is een instrument om belangrijke begrippen die behoren bij een kernbegrip te laten verwoorden op basis van acht standaardvragen door een DOT (DocentOntwikkelTeam).
Bijvoorbeeld: het systeem van Voorraadwaardering kan als basis dienen voor het ontwikkelen van vakdidactische kennis, door het ‘hoe’, ‘wat’ en ‘waarom’ van de onderwezen lesinhoud te koppelen aan datgene waar leraren het over eens zijn.
De CoRe is daarmee een manier om een of meer conceptuele modellen over FIFO, LIFO of VVP te ontwikkelen, rekenmodellen die horen bij een belangrijk bedrijfseconomisch thema als voorraadwaardering.
Leerlingen kunnen zo een goede mentale voorstelling ontwikkelen van het thema, waarbij zij mentale modellen vormen die dicht in de buurt komen van de conceptuele modellen die de docenten hen voorschotelen.
Voor uitgebreide info: zie “Haal je de voorste of de achterste eruit”, Quincy Elvira, Factor D, nummer 2, 2017.
|
Afkortingen |
CAD (Anglicisme):Computer Aided Design |
Productontwikkeling met behulp van computerprogrammatuur.
|
CEO (Anglicisme):Chief Executive Officer |
Leidinggevende op het hoogste niveau.
|
CESR |
Committee of European Securities Regulators: samenwerkingsorgaan van beursorganisaties binnen Europa.
|
CF (Anglicisme):Conceptual Framework |
Een Conceptual Framework is een coherent systeem van onderling gerelateerde doeleinden en fundamenten, welke kunnen leiden tot consistente standaarden. Zij beschrijft de aard, de functie en de beperkingen van de financiële berichtgeving (FASB) {Externe Verslaggeving}.
|
CFV: Centraal Fonds Volkshuisvesting |
Overheidsinstantie die namens het ministerie van VROM toezicht houdt op de woningcorporaties en de verbindingen die zij zijn aangegaan om te zien of zij over voldoende eigen vermogen beschikken.
Daartoe heeft het CFV een eigen grootheid gecreeerd om corporaties en hun verbindingen onderling te vergelijken en te beoordelen: het weerstandsvermogen. {Externe verslaggeving voor niet commerciële organisaties}
|
CIM (Anglicisme):Computer Integrated Manufacturing |
Productiesystemen aangestuurd door computers
|
CMS (Anglicisme):Cost Management System |
Kosten beheersingssysteem op basis van standaarden en vergelijking van werkelijke en toegestane kosten.
|
CR: Current ratio |
Kengetal om de liquiditeit van een onderneming te meten: zie current ratio.
|
CSF (Anglicisme): Critical Success Factors |
De Nederlandse term is: Kritische succesfactoren
|
CV: Commanditaire Vennootschap |
Samenwerkingsverband (vennootschap) waarin twee soorten vennoten zijn. Er zijn beherende vennoten die met hun privé-vermogen aansprakelijk zijn voor alle financiële verplichtingen van de vennootschap.
Daarnaast bestaan er stille (ofwel commanditaire) vennoten die eigen vermogen aan de onderneming ter beschikking stellen en van wie de aansprakelijkheid voor de financiële verplichtingen van de vennootschap beperkt blijven tot hun inbreng (zolang ze zich niet bemoeien met de gang van zaken in de onderneming).
|