Handelscrediteuren |
Leveranciers van goederen, grondstoffen of diensten die bedoeld zijn voor het primaire proces, dus het bedrijfsproces waar het bedrijf zich volgens haar statuten op richt: handel, productie, geldleningen, verzekeringen, etc. {Externe verslaglegging, Boekhouden}.
Soms worden de handelscrediteuren op de balans opgenomen in een bredere post, namelijk Crediteuren.
|
Handelsverlies |
- Traditioneel bestaat een handelsverlies uit een normaal gewichtsverlies of uit verspilling van goederen tijdens transport.
De toegevoegde waarde van de handel is de opdeling van partijen in delen die op uiteenlopende tijden en uiteenlopende plaatsen worden verkocht.
Tijdens dat proces kan een deel van een partij indrogen of op andere wijze verloren gaan. Eigenlijk gaat het hier dus niet om verlies als gevolg van handel, maar als gevolg van het verrichten van handelingen.
- (Recente toepassing) Verlies dat voortkomt uit riskante beleggingen in valuta en/of in derivaten, dus uit de koop en verkoop van ingewikkelde financiële producten.
|
Handelswinst |
- Een handelswinst is in principe een postief verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs van goederen. Het is dus niet het tegenovergestelde van een handelsverlies.
- (Recente toepassing) Winst die voortkomt uit riskante beleggingen in valuta en/of in derivaten, dus uit de koop en verkoop van ingewikkelde financiële producten.
|
Handhavingsidee |
- Uit het streven naar continuïteit vloeit het handhavingsidee voort. Dit wil zeggen dat een onderneming geacht wordt te streven naar handhaving op basis van concurrerende kwaliteiten ten opzicht van andere partijen in de markt.
- Limperg formuleerde het nog precieser door te stellen dat het handhavingsidee leidt tot de volgende definitie van het winstbegrip: "Verteerbaar inkomen na handhaving van het vermogen".
Voor de handhaving van het vermogen is het volgens Limperg nodig dat een onderneming uitgaat van het idee van de vervangingswaarde. Dit is een substantialistische benadering.
Tegenover het substantialisme staat het nominalisme.
|
Hedgefonds |
- Risicovol financieel instituut dat long-posities (langelopende leningen) financiert met short-posities (kortlopende leningen).
Hedgefondsen speculeren erop dat er een gunstig hefboomeffect optreedt, omdat de short-posities doorgaans een lagere rente dragen dan de long-posities.
- Misconceptie: beleggingsfondsen met afgedekte risico’s. Hedging is immers het verminderen van risico, terwijl deze financiële instituten bewust het risico inbouwen dat de kortlopende rente de langlopende rente gaat overstijgen.
|
N.B. Een misconceptie is dat een hedgefonds de risico’s afdekt, terwijl het omgekeerde vaak het geval is.
Long-posities worden niet afgedekt door long-posities, maar gefinancierd met shortposities (speculerend op een gunstig hefboomeffect, dus een situatie dat de rente op korte termijn lager is dan de rente op lange termijn bij uitgeleend geld).
|
Hedge-ratio |
- De verhouding tussen de waardeverandering van de optie enerzijds en de koersverandering van de onderliggende waarde anderzijds.
- Verhouding tussen de (geschreven) opties en de aandelen die nodig is om een risicoloze portefeuille te creëren.
|
Hefboomeffect |
- Versterking van een voordeel op het ene terrein dat leidt tot een groter voordeel op een ander terrein. Maar dat geldt dan ook voor een nadeel dat op het ene terrein behaald wordt en doorwerkt naar een groter nadeel op een ander terrein.
- Als de rente op het vreemd vermogen lager is dan de rentabiliteit op het totale vermogen, dan is er een voordeel voor de ondernemer.
Hij houdt dan geld over dat toevalt aan de beloning van het eigen vermogen, waardoor de rentabiliteit op het eigen vermogen groter wordt dan de rentabiliteit op het totale vermogen.
Als een ondernemer € 100.000 heeft geleend tegen 6% en hij behaalt 8% rente op het totale vermogen, dan houdt hij 2% over € 100.000 over, dus € 2000. Dat bedrag valt toe aan de beloning van het eigen vermogen. Hoe kleiner het eigen vermogen is, hoe groter het positieve effect.
Bij een eigen vermogen van € 100.000 is de beloning € 8000 + € 2000 = € 10.000, ofwel 8% + 2% = 10%, maar bij een eigen vermogen van € 50.000 verdubbelt de toename van de beloning op het eigen vermogen. Die is dan € 4000 + € 2000 = € 6000, ofwel 8% + (€ 100.000 / € 50.000) x 2% = 12%. De hefboomfactor is dan 2.
Algemeen gesteld de hefboomfactor is gelijk aan Vreemd vermogen / Eigen vermogen.
|
Hedging |
- Het verminderen van risico door financiële transacties af te dekken met tegengestelde transacties.
- Het verminderen van eventuele financieringstekorten of -overschotten, door componenten binnen een bedrijf aan elkaar te koppelen (totale in plaats van partiële financiering).
- Het verminderen van koersrisico op beleggingen (bijvoorbeeld obligaties) door tegengestelde transacties op termijn uit te voeren.
- Het verminderen van renterisico door het indekken via rente-futures (dus tweezijdige opties) of rente-swaps (meestal een vaste rente die uitgewisseld wordt tegen een variabele rente).
- Het verminderen van risico op valuta- en renteverschillen door het indekken via valutatermijntransacties, valutaopties of valutaswaps.
|
Herwaardering |
Een herwaardering is een officiële actie om de waarde van (een onderdeel van) de vaste activa of de voorraden opnieuw vast te stellen, ongeacht het proces van afschrijvingen.
Door afschrijvingen verandert de waarde van de vaste activa ook op vastgestelde momenten, maar daar zit een vast patroon in.
Bij herwaardering wordt gekeken of de activa nog een juiste weerspiegeling zijn van de waarde van de goederen in het vrije handelsverkeer. Herwaardering vindt meestal plaats op basis van de actuele waarde.
N.B. Als een herwaardering leidt tot een daling van de boekwaarde, dan spreekt
met doorgaans van een afboeking.
|
Herwaarderingsreserve |
De herwaarderingsreserve is een onderdeel van het eigen vermogen dat ontstaat door herwaardering van vaste activa of voorraden.
In de commerciële jaarrekening (die dus in het jaarverslag staat) is deze aanpak toegestaan. In de fiscale jaarrekening (de basis voor de belastingen) is dit niet toegestaan.
|
Historische kosten |
- Misconceptie: De balanswaarde van vaste en vlottende activa op basis van de bedragen die in het verleden voor die activa zijn betaald. [euro]
Omdat het een bedrag gemeten in euro is, is het zuiverder om in plaats van over historische kosten te spreken over de historische uitgaven of de historische waarde.
Het gaat immers om een waarderingsmethode voor balansbedragen die ook in euro zijn uitgedrukt. Zie ook de term kosten, betekenis 7.
- Idem, maar dan bedoelt men dat de uitgaven die in het verleden zijn gedaan inmiddels zijn gecorrigeerd voor afschrijving op vaste activa.
|
Historische kostprijs |
- Misconceptie: aanschafprijs van een gebouw of machine zoals die in het verleden is betaald. Beter zou zijn historische prijs. Zie ook kostprijs.
Consumenten vragen naar de kosten van een product als zij de prijs van een product willen weten, maar economen weten dat een prijs geen ‘kosten’ of ‘kostprijs’ is. Toch is de traditie sterker dan het gezond verstand {Externe verslaglegging}.
- Idem, maar dan bedoelt men dat de prijs die in het verleden is betaald inmiddels is gecorrigeerd voor afschrijving op vaste activa.
|
Historische prijs |
- Prijs die in het verleden betaald is bij aanschaf van het productiemiddel [euro, want het gaat om een bedrag op de balans en niet om de inkoopprijs per eenheid].
Deze aanschafprijs staat tegenover de vervangingswaarde, d.w.z. de prijs die bij vervanging op dit moment op de inkoopmarkt betaald zou moeten worden.
In de externe verslaggeving is in het kader van IFRS de term ‘ fair value’ inmiddels geïntroduceerd als alternatieve waardemaatstaf in de jaarrekening.
- Idem, maar dan bedoelt men dat de prijs die in het verleden is betaald inmiddels is gecorrigeerd voor de afschrijving op de vaste activa.
|
Historische uitgaven |
- De uitgaven die in het verleden zijn gedaan om gebouwen of machines aan te schaffen. Onder economen is gebruikelijk dat men hiervoor de term historische kosten hanteert, maar dit is onzuiver taalgebruik (zie historische kostprijs).
- Idem, maar dan bedoelt men dat de uitgaven die in het verleden zijn gedaan inmiddels zijn gecorrigeerd voor afschrijving op vaste activa.
|
Historische waarde |
- De waarde van vaste activa die voortvloeit uit de uitgaven die in het verleden zijn gedaan om de activa te verwerven en rekening houdend met de afschrijving die op de activa is toegepast.
- Idem, maar dan bedoelt men dat de waarde van de activa inmiddels zijn gecorrigeerd voor afschrijvingen.
|
Honorarium |
Vergoeding van de diensten van een specialist of deskundige op basis van arbeidstijd [euro/periode].
Het bedrag dat in rekening wordt gebracht omvat niet alleen het salaris voor de specialist of deskundige, maar ook een bedrag voor huisvesting, administratie, personele ondersteuning, en dergelijke.
Synoniem: uurtarief. Een honorarium is dus iets heel anders dan een loon, een salaris of een remuneratie.
|
Hoofdkostenplaats |
Een kostenplaats van waaraf direct een verband gelegd kan worden met de eenheden producten waar de kosten aan toegerekend moeten worden {Kostencalculatie}.
Naast de hoofdkostenplaats bestaan de zelfstandige kostenplaats en de hulpkostenplaats.
|
Hulpkostenplaats |
Een kostenplaats die niet fysiek, maar alleen op papier bestaat omwille van de kostenverbijzondering {Kostencalculatie}.
Naast de hulpkostenplaats bestaan de hoofdkostenplaats en de zelfstandige kostenplaats.
|
Human Resource Management (HRM) (Anglicisme) |
Personeelsbeleid dat zich richt op het leveren van een positieve bijdrage aan gedragingen, attitudes en prestaties van werknemers.
Hiervoor zal zij strategische doelen, patronen en activiteiten ontwerpen en implementerendie het behalen van de organisatiedoelstellingen ondersteunen.
Essentieel is dus het werken op basis van competenties van werknemers.
|
Huur |
- Recht om een bedrijfspand of woonpand te gebruiken voor het uitoefenen van een bedrijf, dan wel om er in te wonen.
- Bedrag per periode dat de huurder aan de verhuurder als vergoeding betaalt om gebruik te kunnen maken van het recht van huur. [euro/periode]
- Bedrag dat de verhuurder als inkomen moet opgeven aan de belastingdienst, zodat de belasting het juiste bedrag voor de inkomstenbelasting kan vaststellen. [euro/jaar]
|
Huurwaarde |
- Waarde van een gebouw in verhuurde staat [euro per stuk]. De prijs die kopers bereid zijn te betalen voor een huis dat verhuurd is, ligt lager dan de waarde in het vrije economische verkeer.
- Contante waarde van een gebouw in verhuurde staat op basis van de te verwachten inkomsten aan huur (ingaande kasstroom) en de te verwachten uitgaven voor onderhoud e.d. (uitgaande kasstroom) [euro per stuk].
|
Hypothecaire lening |
Lening (meestal bij een bank) met een hypotheek als onderpand.
Synoniem:Hypotheek
|
Hypotheek |
- Het recht van een hypotheeknemer (bijvoorbeeld de bank) om een onroerend goed in het openbaar te verkopen als de hypotheekgever (bijvoorbeeld een persoon of een bedrijf) zijn verplichtingen niet nakomt.
In casu dus het betalen van rente en/of aflossing en/of eventuele boetes. {Juridisch}
- Het bedrag dat een persoon of bedrijf ontvangen heeft van een geldgever om een gebouw of ander vast goed te financieren. Dit bedrag kan minder, gelijk of meer zijn dan de prijs van het vast goed.
- Het bedrag dat een persoon of bedrijf nodig heeft van een geldgever om een gebouw of ander vast goed aan te schaffen. Dit bedrag kan minder, gelijk of meer zijn dan de prijs van het vast goed.
|
Hypotheekschuld |
- Het deel van een opgenomen hypotheek dat nog niet is afgelost. Zie ook: Schuld.
- Een bedrag aan achterstallige betalingen voor aflossing en eventueel rente.
- Een bedrag aan openstaande schulden nadat het onderpand van de hypothecaire lening is verkocht. Synoniem: Restschuld.
|
Vakdidactische termen
|
Vt Handelingsvoorschrift |
Operationele definitie voor de wijze waarop je de waarde van een grootheid kunt berekenen.
Makkelijk te onthouden zijn de fundamentele definities, zoals nettowinst in een handelsbedrijf = brutowinst - alle bedrijfskosten. Of brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet.
Moeilijker wordt het als een opgave contrair (tegen de draad in) is. Je moet dan een berekening omkeren.
In plaats van de brutowinst te berekenen volgens het tweede bovenstaande handelingsvoorschrift moet je de brutowinst herleiden uit de som van de nettowinst en de totale bedrijfskosten, dus door omvorming van het als eerste genoemde handelingsvoorschrift.
Je bent bij de berekening van de brutowinst in eerste instantie geneigd om te zoeken naar de omzet en de inkoopwaarde van de omzet, maar bij een contrair vraagstuk zijn die niet gegeven.
Contraire vraagstukken zetten je dus op het verkeerde been en daarom is het belangrijk daar alert op te zijn.
|
Vt Helpstrategie |
Aardige geste van de auteur van een werkboek of tentamen om je te ondersteunen bij het oplossen van vraagstukken. Bij voorbeeld:
- de gegevens staan opgesomd in de volgorde waarin je ze nodig hebt;
- er zijn geen overbodige gegeven;
- er is een vraag naar één of meer tussenresultaten voordat de hoofdvraag komt;
- je moet een fundamentele berekening uitvoeren;
- de uitkomst is een mooi rond getal;
- voor de hand liggende foute uitkomsten hebben geen mooi rond getal;
- de vragen zijn onderverdeeld in clusters die bij elkaar horen.
Elke helpstrategie kan ook veranderd worden in een anti-helpstrategie door precies het tegenovergestelde te doen.
|
Vt Heuristiek |
Vuistregel om sneller de correcte uitkomst van een berekening te vinden. Voorbeelden van heuristieken zijn: ‘zet eerst alle gegevens bij elkaar’, of ‘onderstreep de belangrijkste woorden in een tekst’, of ‘maak eerst eens een schatting van de uitkomst’.
Polya deed de suggestie: ‘Bij een complexe berekening bedenk je eerst een voorbeeld met mooie ronde getallen om de systematiek te achterhalen en daarna pas je de gevonden systematiek toe in de complexe situatie’.
|
Vt Heuristisch denken |
Zoekend denken. Denken waarbij de analyse van het probleem centraal staat. Je gaat op zoek naar een herdefiniëring van het probleem in deelproblemen of je zoekt een probleem wat er op lijkt en waar je wel een oplossing voor weet.
Of je probeert je voor te stellen hoe de oplossing van het probleem er ongeveer uitziet, waarna je je afvraagt welke stappen er aan vooraf gaan: 'backward reasoning' ofwel een doelanalyse.
Soms kun je ook gebruik maken van heuristieken, maar dat zijn dan hulpmiddelen in het zoeken naar een oplossing die door anderen zijn bedacht en in vuistregels zijn samengevat.
De tegenhanger van heuristieken zijn algoritmen. Een algoritme geeft stap voor stap aan hoe een probleem is op te lossen. Doorgaans heeft een docent bij de uitleg van een vraagstuk al een algoritme in zijn hoofd.
Maar als student ken je dat algoritme nog niet en ben je aangewezen op heuristieken om het oplossingspad te achterhalen.
Docenten zouden dus geen voorinzage in de uitwerking van vraagstukken moeten hebben, zodat zij ook gedwongen zijn hardop denkend aan te geven hoe je een oplossing zoekt als je nog niet weet hoe het algoritme eruit ziet.
|
Vt Homoniem (taalmechanisme) |
Term die verschillende betekenissen kan hebben al naar gelang de situatie waarin de term gebruikt wordt. De term vormt een begrippenpaar met synoniem.
Kennis van de situatie is dus nodig om de betekenis van de term op dat moment vast te stellen. Bijvoorbeeld ‘bot’ staat voor: platvis, niet scherp, stug, kiem in een plant, gebeente.
Homoniemen zijn gebruikelijk in de taal, alleen de wetenschap pretendeert termen eenduidig te definiëren, maar blijkt in de praktijk daar niet in te slagen als het gaat om alledaagse woorden, zoals kosten, uitgaven, winst, etc.
Zie ook: Vakdidactiek Bedrijfseconomie - Synoniemen en homoniemen.
|
Vt Houding |
Mentale instelling bij het uitvoeren van een taak. Een ondernemer moet zowel gericht zijn op het vinden van nieuwe afzetmogelijkheden als het tevredenhouden van zijn klanten.
Houding behoort naast kennis en vaardigheden tot de essenties van competent handelen.
In vacatures staan vaak houdingsaspecten opgesomd: ‘Wij zoeken een fijne college, die vol inzet en toewijding in teamverband kwalitatief hoogstaand werk aflevert.’. Om deze reden zijn curricula vaak gericht op competentiegericht leren.
|
Afkortingen |
HRM (Anglicisme): Human Resource Management |