Obligaties |
Certificaten die aangeven werk bedrag geleend is aan een onderneming. Deze certificaten zijn overdraagbaar zodat degene die het geld heeft uitgeleend aan een onderneming de stukken kan verkopen aan derden.
Op het certificaat staat het interestpercentage vermeld en de wijze van aflossen van de lening. Tegenwoordig zijn de obligaties vaak niet langer op papier, maar giraal.
|
Octrooi |
- Een recht dat door de overheid is toegekend aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon is toegekend om met uitsluiting van andere personen of rechtspersonen een artikel te maken of te verkopen.
- Het recht om een uitvinding op het gebied van de nijverheid te mogen exploiteren. Eventueel kan men dit recht tegen financiële of materiële vergoeding overdragen aan een ander, die daardoor een licentie bemachtigt.
Octrooien behoren tot de immateriële vaste activa.
|
Omloopsnelheid |
Verhouding tussen twee grootheden waarvan er één een stroomgrootheid is en de ander een voorraadgrootheid.
Bijvoorbeeld: omloopsnelheid van de debiteuren: de omzet op rekening [in euro/periode] gedeeld door de gemiddelde omvang van de openstaande vordering op debiteuren [in euro].
Of: omloopsnelheid van de voorraad goederen: de omzet op rekening [in euro/periode] gedeeld door de gemiddelde omvang van de voorraad in magazijn [in euro].
|
Omloopsnelheid geld |
- De omloopsnelheid van het geld, is het aantal keer dat het geld in een jaar van hand tot hand gaat.
- Bestanddeel uit de verkeers-vergelijking van Fisher: MV = PT.
Aangezien dit een definitievergelijking is (namelijk de bewering is altijd waar) kun je ook zeggen V = (P x T) / M.
Ofwel de omloopsnelheid van het geld = goederenstroom in een periode gedeeld door de gemiddelde geldhoeveelheid in die periode.
Het gevolg van deze restdefinitie is dat alle kredietverlening en alle wijzigingen in betaalmiddelen die geen geld zijn, gerekend worden tot de omloopsnelheid van het geld.
|
Omzet |
- Verkoopwaarde van de afzet ná aftrek van de rabatten: afzet x consumentenverkoopprijs excl. BTW [euro/periode] {Interne Verslaggeving, Externe Verslaggeving en Fiscale Economie} Zie:bedrijfseconomische-modellen.nl
Synoniem: netto-omzet.
- Verkoopwaarde vóór aftrek van de rabatten en kortingen: afzet x adviesprijs excl. BTW {Bedrijfsadministratie}.
Synoniemen: opbrengst verkopen en bruto-omzet.
- Verkoopwaarde waarin geabstraheerd is van rabatten, kortingen en BTW {Micro-economie}.
Synoniem: totale opbrengsten ofwel TO.
- Misconceptie: afzet.
|
N.B. Enerzijds gebruiken bedrijfseconomen de term ‘omzet’ in de betekenis van bruto-omzet, zodat inzicht verkregen wordt in de verkoopwaarde en de kortingen die gegeven zijn en anderzijds in de betekenis van netto-omzet, omdat de BTW altijd over de omzet na aftrek van kortingen gaat.
|
Omzetbelasting |
- Belasting over de netto-omzet. Het meest bekende principe is dat een onderneming bij inkoop BTW betaalt en bij verkoop over haar hele netto-omzet BTW in rekening brengt. Vervolgens draagt zij het saldo van deze twee bedragen af aan de overheid.
- Een ander principe is dat er geen belasting over de toegevoegde waarde wordt berekend, maar over de totale waarde van de netto-omzet. Bijvoorbeeld bij invoerrechten.
- Misconceptie: belasting over de omzet, want bij omzet gaat het eigenlijk over “bruto-omzet”, dat wil zeggen de omzet voor aftrek van kortingen.
|
Onderhandse lening |
Lening van de ene particulier aan de andere. NB. In dit geval vallen de banken niet onder de term ‘particulieren’.
|
Onderliggend (bedrijfs)resultaat |
- (Bedrijfs)resultaat dat voortvloeit uit operationele activiteiten, dus uit het primaire proces [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
Synoniem: UOI (Underlying Operational Income).
Synoniem: operationeel (bedrijfs)resultaat.
- Nettowinst met uitsluiting van de buitengewone lasten en buitengewone baten [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
|
Onderliggende waarde |
De onderliggende waarde is geen waarde, maar een waardeobject. Het gaat om een waardeobject (aandelen, valuta’s, goud e.d.) dat onderwerp is voor het verwerven van een optie.
|
Onderneming |
- Instituut met als doel om winst te maken door de uitoefening van een bedrijf.
- Activiteit van grote omvang die zekere risico’s met zich draagt.
|
Ondernemingsraad |
- Overlegorgaan in een onderneming om de belangen van het personeel te behartigen, althans voor zover het gaat om de invloed van het personeel op de besluitvorming in de onderneming.
- Overlegorgaan in een bedrijf (ongeacht of het op een onderneming is) om de belangen van het personeel te behartigen.
- Overlegorgaan in een organisatie groter dan 50 personen (ook als het een ministerie of andere niet-bedrijfsmatige organisatie is).
|
Onkosten |
Onkosten zijn geen kosten, maar uitgaven. Het zijn uitgaven door werknemers of particulieren die in principe voor vergoeding in aanmerking komen.
De werkgever of de organisatie die de vergoeding zou moeten geven toetst eerst of de uitgaven voldoen aan de regels die zij voor vergoeding hebben geformuleerd.
|
Onkostenvergoeding |
- Vergoeding door een werkgever of organisatie van uitgaven die werkelijk gedaan zijn door werknemers of particulieren.
- Vooraf vastgesteld bedrag ter compensatie van uitgaven die werknemers of particulieren later zullen gaan doen.
|
Onroerende goederen |
- Landerijen en alles wat daarop gebouwd is alsmede alles wat door de bestemming ervan daaraan gebonden is, zoals machines e.d. Deze kunnen onderdeel vormen van de vaste activa.
- Rechten op de landerijen etc. Deze rechten zijn overdraagbaar en daarom behoren zij tot de vlottende activa.
- Synoniem: Onroerende zaken.
|
Ontpotten |
Geld dat in een schoenendoos of oude sok of pot is gestopt weer in circulatie brengen {Monetarie Economie}. Tegenhanger van oppotten.
|
Ontvangsten |
- Bedrag dat ontvangen moet worden ter afronding van een overeenkomst [euro] {Bedrijfsadministratie} (vormt dan een begrippenpaar met uitgaven).
- Misconceptie: bedrag dat ontvangen is ter afronding van een overeenkomst [euro] {Kostencalculatie} (vormt dan een begrippenpaar met betalingen).
Synoniem: inkomsten.
|
Ontwikkelingskosten |
Ontwikkelingskosten zijn eigenlijk geen kosten, maar uitgaven [euro]. Het zijn uitgaven door de ontwikkeling van nieuwe producten die in de toekomst op de markt komen. In eerste instantie komen deze uitgaven op de balans te staan als een investering.
Vanuit bedrijfseconomisch perspectief kunnen de uitgaven in principe over de verwachte levensduur of het totale aantal te verwachten producten worden verdeeld, zodra de producten in de verkoop gaan.
Het deel, dat te koppelen is aan de afzet van een jaar, gaat naar de resultatenrekening van dat jaar. Dit is het moment waarop dit deel van de investering in een kostenbedrag verandert.
In de praktijk kan de afhandeling anders verlopen. Een ondernemer kan de verwachtingen zo aanpassen, dat de boeking van de kosten sneller verloopt.
Ook de belastingdienst
kan specifieke eisen stellen aan het fiscaal jaarverslag. Dit leidt soms ook weer tot afstemming van de commeriële jaarrekening.
|
Opbrengst (cq. opbrengsten) |
- Verkoopprijs van een product of dienst [euro/stuk] {Bedrijfsadministratie & Micro-economie}.
- Verkoopwaarde van een hoeveelheid goederen of diensten [euro/periode] {Bedrijfsadministratie & Micro-economie} (vormt een begrippenpaar met kosten).
- De som van de omzet, het interestresultaat(2) en de incidentele baten in een jaar. {Externe verslaglegging}
- Restant van de ontvangsten bij een openbare verkoping na aftrek van de benodigde uitgaven {Juridische term}
- Restant van een collecte of inzamelingsactie na aftrek van de uitgaven die nodig waren om de opbrengst te realiseren {Niet-commerciële sector}
- Misconcepties: winst, nettowinst, brutowinst {Spreektaal}.
- Saldo van ontvangsten en uitgaven (die gedaan zijn om die ontvangsten binnen te halen) {Verenigingen en Stichtingen}.
|
Opbrengst verkopen |
Verkoopwaarde voor aftrek van de rabatten: afzet x adviesprijs excl. BTW {Bedrijfsadministratie}.
Synoniemen: omzet {Interne Verslaggeving}, totale opbrengsten {Micro-economie}.
|
Opbrengstwaarde |
Waarde die een kapitaalgoed kan opleveren door verkoop (directe opbrengstwaarde) of gebruik in het productieproces (indirecte opbrengstwaarde). Zodra de directe opbrengstwaarde groter is dan de indirecte opbrengstwaarde is er aanleiding om te overwegen het kapitaalgoed te verkopen.
Bij opbrengstwaarde gaat het dus om de prijsontwikkelingen op de verkoopmarkt, terwijl het bij de vervangingswaarde om prijsontwikkelingen op de inkoopmarkt gaat. Bij beide speelt de marktwaarde een rol.
Binnen de bepalingen van IFRS (International Financial Reporting Standards) is inmiddels het begrip reële waarde (fair value) ingevoerd als een betere manier om de actuele waarde van activa vast te stellen.
De fair value is gelijk aan de netto-vermogenswaarde van de activa plus de goodwill die het bedrijf betaalt om de klandizie over te nemen.
Fair value is de grondslag waarop alle activa volgens de nieuwe richtlijnen moeten worden gewaardeerd. {Externe Verlaggeving}
|
Openingskoers |
Koers van een aandeel of obligatie aan het begin van de dag op een (virtuele) effectenbeurs.
|
Openstaande schulden |
Vreemd vermogen waarvan de looptijd vervallen is, of binnenkort vervallen gaat.
N.B.
Bij een flex-bv mag de directie geen (cash) dividend uitkeren als zij daardoor de openstaande schulden niet langer kan betalen.
Deze bepaling is gekomen als vervanging van het startkapitaal dat vroeger vereist was voor het opstarten van een BV.
Feitelijk is dit geen economische term, maar een juridische. |
Operationeel (bedrijfs)resultaat |
- (Bedrijfs)resultaat dat voortvloeit uit operationele activiteiten, dus uit het primaire proces [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
Synoniem: Onderliggend (bedrijfs)resultaat.
Synoniem: UOI (Underlying Operational Income).
- Nettowinst met uitsluiting van de buitengewone lasten en buitengewone baten [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
- Ebitda: (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation) [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
- Resultaat voor aftrek van interest vreemd vermogen, belasting, afschrijving op duurzame activa, afschrijving op goodwill, optiekosten en reorganisatiekosten [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
|
De term ‘operationeel resultaat’ is zowel in gebruik bij handelsondernemingen als industriële ondernemingen, waarbij de inhoud van de term van betekenis kan verschillen al naar gelang de omstandigheden.
Heerlijk zo’n losse term die een bedrijf naar omstandigheden kan invullen, zodat er toch een positief resultaat te melden valt.
|
Opportunity kostenAnglicisme) |
- Kosten die gerekend zouden kunnen worden als een goed in een alternatieve situatie zou worden toegepast.
Als de kosten voor toepassing in een andere situatie wel bekend zijn, dan kan men die kosten zien als indicatie voor de kosten die aan gebruik van een goed verbonden zijn. {Micro-economie}
- Gederfde inkomsten. Inkomsten die je mis loopt doordat je kiest voor een activiteit en daardoor een andere activiteit moet laten lopen.
Als een ondernemer voor een soortgelijke inspanning elders een bedrag van € 5000,- per maand zou verdienen, dan zijn die € 5000,- de opportunity kosten voor de arbeid in zijn eigen bedrijf {Micro-economie}.
Let op: Dit begrip is cruciaal om het verschil te begrijpen tussen de bedrijfseconomische winst (beloning aandeelhouders moet nog plaats vinden) en de algemeen economische winst (beloning van arbied en kapitaal is al doorberekend).
Alleen het algemeen economische winstbegrip maakt het mogelijk dat er op de lange termijn geen winst is en dat het bedrijf dan toch door kan gaan. |
Oppotten |
Geld uit circulatie halen door het in een schoenendoos, pot of oude sok te stoppen {Monetaire Economie} . Tegenhanger van ontpotten en tegenhanger van sparen.
|
Opslagmethode |
Methode om de kostprijs van een product te berekenen door bij de directe kosten een opslag voor de indirecte kosten op te tellen. Dit kan op een primitieve manier of op een verfijnde manier {Kostencalculatie}.
Voorts zou men bij de opslagmethode van toegestane kosten uit moeten gaan, maar doorgaans kiest met voor verwachte kosten of voor werkelijke kosten. Zie voor de handelsonderneming: bedrijfseconomische-modellen.nl.
|
Optie |
- Het recht om een goed (bijvoorbeeld een huis) binnen een bepaalde periode te kopen voor een nader te bepalen bedrag. Een huizenkoper, bijvoorbeeld, meldt zich als serieuze kandidaat om het huis te kopen en wil nog even tijd om over de gevraagde prijs na te denken.
- Algemener gezegd: een voorwaardelijke claim op een goed of een vermogenstitel. Als beide partijen er belang bij hebben kan dat zonder verdere onderlinge vergoeding. Als één partij belang heeft en de ander is bemiddelaar, dan zal de bemiddelaar een vergoeding vragen voor zijn diensten.
- Recht om aandelen van het eigen bedrijf (NV) te kopen als vorm van extra beloning. Deze beloningsvorm is bedoeld om de directie en/of de werknemers te stimuleren de beurskoers op te voeren, iets waarbij aandeelhouders baat hebben {Externe verslaggeving}.
De opties zijn: ‘at the money’ (= uitoefenprijs is gelijk aan beurskoers), ‘in the money’ (= uitoefenprijs is lager dan de beurskoers) of ‘out of the money’ (= uitoefenprijs is hoger dan de beurskoers ). Varianten zijn ‘deep in the money’ (= uitoefenprijs is 0) of ‘under water’ (uitoefenprijs is flink hoger dan de beurskoer)..
- Aanspraak op een vermogenstitel, in casu het recht om een onderliggende waarde (aandeel, valuta, goud, e.d.) te kopen (call-opties) of te verkopen (put-opties), waarbij de tegenpartij (bijvoorbeeld een bank) als bemiddelaar optreedt en de optie ‘schrijft’. {Financiering}
Om het recht op een onderliggende waarde te verwerven betaalt de koper een optiepremie of optiekoers. Bij Europese opties is uitoefening alleen mogelijk op een afgesproken datum (uitoefendatum).
Bij Amerikaanse opties is uitoefening mogelijk in een zeker tijdvak (tussen de verwervingsdatum en de afloopdatum c.q. expiratiedatum).
Synoniem: financiële optie.
- Aanspraak op een goed, met name een investeringsgoed. Het gaat dan bijvoorbeeld om de mogelijkheid voor de directie om tussentijds in te grijpen in een investeringstraject, zoals het opschorten van een investering.
Synoniem: reële optie.
|
Optiebeurs |
Virtuele markt waar vragen en aanbieders van call-opties en put-opties samenkomen {Financiering}.
|
Optiekoers |
De prijs die een koper van een optie op de beurs betaalt voor het verwerven van het recht om de onderliggende waarde (doorgaans een aandeel) te kopen (call-optie) of te verkopen (put-optie).
|
Optiepremie |
De prijs die een koper van een optie betaalt aan de schrijver van een optie voor het verwerven van het recht om de onderliggende waarde (doorgaans een aandeel) te kopen (call-optie) of te verkopen (put-optie).
De schrijver is degene die zich verplicht om te verkopen (bij de call-optie) dan wel te kopen (bij de put-optie) op het moment dat de looptijd is verstreken.
|
Optieregeling |
Reglement binnen een onderneming waarin vastgelegd is wie er binnen een NV recht hebben op opties (op aandelen) als bijzondere beloning voor geleverde prestaties en onder welke condities die opties verkregen kunnen worden.
|
Option regrant |
Toekennen van nieuwe opties op aandelen van het eigen bedrijf terwijl de oude opties worden ingetrokken in situaties waarin de beurskoers aanzienlijk gedaald is onder de uitoefenprijs door oorzaken die buiten de invloed van een directie liggen {Externe Verslaggeving}.
Deze variant van repricing (Herwaardering opties) bestaat naast option swap en godzilla grant.
|
Option swap |
Opnieuw vaststellen van de uitoefenprijs waarvoor directieleden op werknemers de toegezegde aandelen van het eigen bedrijf kunnen kopen in situaties waarin de beurskoers aanzienlijk gedaald is onder de uitoefenprijs door oorzaken die buiten de invloed van een directie liggen {Externe Verslaggeving}.
Deze variant van repricing (Herwaardering opties) bestaat naast option regrant en godzilla grant.
|
Organisatie |
- Bedrijf, instelling of vereniging die een activiteit verzorgt en een eigen bestuur heeft (organisatie in institutionele zin).
- De manier waarop de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in een bedrijf of instelling zijn vastgesteld en afdelingen zijn vorm gegeven (organisatie in instrumentele zin: de organisatie van de organisatie).
- De activiteit om iets tot stand te brengen: het organiseren van een feest of evenement (organisatie in functionele zin).
|
Output financiering |
Financiële regeling (o.a. gebruikt door de overheid) waarbij het beschikbare budget afhangt van het aantal prestaties (diploma’s dat zij uitreiken of cliënten die zij behandeld hebben).
In principe is dit een vorm van financiering die naast andere financieringswijzen kan bestaan, maar die in extrema als enige financieringsvorm is toe te passen.
Bij de output financiering gaat het om het aantal prestaties in de afgelopen jaren en de vraag of zij voldoen aan de kwaliteitseisen die geformuleerd zijn. Hoe het gedaan wordt, is daarbij niet van belang.
Zie ook: input financiering en lump sum financiering. |
Overheadkosten |
- Som van algemene kosten en verkoopkosten [euro/periode] {Interne Verslaggeving}.
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl.
- Som van algemene kosten en verkoopkosten, maar dan exclusief interestkosten [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
Zie ook: bedrijfseconomische-modellen.nl.
- Synoniem: algemene kosten {Interne Verslaggeving}.
- Synoniem: indirecte kosten.
|
Overwinst |
Nettowinst minus een redelijke vergoeding voor de ondernemer (indien het geen BV of NV betreft) minus een redelijke vergoeding voor het eigen vermogen dat de ondernemer of de aandeelhouders in de zaak hebben gestoken [euro per jaar]. {Interne verslaglegging}
Synoniem: winst {Micro-economie}
|
Vakdidactische termen
|
Vt Operationele definitie |
Een operationele definitie geeft aan hoe een grootheid berekend kan worden.
Deze vorm van definiëren legt dus verband tussen verschillende grootheden en geeft aan welke bewerkingen uitgevoerd moeten worden om de waarde van een grootheid te berekenen.
Bijvoorbeeld: nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten.
Wiskundig gezien gaat het om het functievoorschrift.
De omvang van de waarde kan afhangen van de situatie waarin men meet, dus daardoor kunnen er diverse operationele definities zijn die behoren bij dezelfde conceptuele defintie (zie bijv. nettowinst en goodwill).
Tegenover de operationele definitie staat de conceptuele definitie.
|
Vt Operationaliseren |
Het vertalen van een grootheid in de handelingen (operaties) die je moet verrichten om vast te stellen welke waarde en welke eenheid behoren bij die grootheid.
|
Vt Op-goed-geluk |
“Als ik een vraagstuk oplos, zet ik eerst alle gegevens bij elkaar en dan reken ik alvast wat uit. Dan kijk ik wat gevraagd wordt en vaak staat er dan al iets goeds op papier” (citaat uit hardop-denk-protocol).
Deze aanpak sluit niet uit dat je op de goede uitkomst stoot, maar dat is meer geluk dan wijsheid.
Het is alsof je op reis gaat zonder nagedacht te hebben over de reisroute in de hoop iets moois te treffen. Zolang je zelf je doel bepaalt, is dit een avontuurlijke manier van reizen, maar als je gericht op een doel af moet, zijn er betere methoden om te reizen.
Problemen oplossen gaat dan ook veel beter als je een oplossingspad vaststelt, voordat je gaat rekenen.
|
Vt Oplossing |
- Resultaat van een berekening;
- Methode om het resultaat tot stand te brengen;
- Idee dat mogelijk leidt tot het gewenste resultaat;
- Stereotype uitweg uit een probleemsituatie zonder dat duidelijk is dat het probleem echt uit de wereld wordt geholpen.
|
Vt Oplossingspad |
Het algoritme, c.q. de stappen die je successievelijk moet zetten om vanuit de gegevens via de tussenresultaten te komen bij de gevraagde grootheid. Het is het resultaat van een goede planning van de oplossing.
Daarvoor is nodig dat je eerst de oplossingsstructuur ontdekt in een probleem. Dit kan met behulp van een PAD.
|
Vt Oplossingsstructuur |
De oplossingsstructuur geeft de weg aan van de gevraagde grootheid naar de beschikbare gegevens. Hij kan gevonden worden met behulp van een doelanalyse.
Bij fundamentele vraagstukken geeft een toegespitst schema in één oogopslag een beeld van de oplossingsstructuur: van de top omlaag naar de gegevens.
Bij contraire vraagstukken zie je de oplossingsstructuur niet altijd direct, ook als je het schema weet waarmee je het probleem kunt oplossen. De gevraagde grootheid zit dan ergens onderin het schema en de waarde van de centrale grootheid aan de top is bekend.
Voorbeelden van oplossingsstructuren zijn te vinden via: bedrijfseconomische-modellen.nl.
|
Vt Oriëntatie |
Beeld vormen van het probleem dat je voorgelegd krijgt. Nagaan wat de betekenis van woorden is in de situatie waarin je ze tegenkomt.
Ken je de termen omdat je ze eerder bent tegengekomen en hebben ze in de nieuwe situatie dezelfde betekenis als eerst, of zit je op een dwaalspoor?
De oriëntatie houdt in dat je uitzoekt wat er precies gevraagd wordt, dus hoe de probleemsituatie in elkaar steekt. Zie je het probleem dat in het vraagstuk verstopt zit? Weet je wat er van je verwacht wordt?
Een goede oriëntatie staat of valt met goed lezen. De oriëntatie is een belangrijk onderdeel van de analyse.
Eerst moet je weten wat het probleem precies inhoudt, dan kun je beginnen met het leggen van relaties tussen de gevraagde grootheid en de beschikbare gegevens.
|
Vt Overzicht van eenheden |
Er zijn verschillende soorten van eenheden (c.q. dimensies), ook al zijn die niet geclassificeerd. Bij economische grootheden komen voor:
- enkelvoudige eenheden (bijvoorbeeld: €, $, kg, liter, stuks, etc.)
- samengestelde eenheden (bijv. € per kg, € per liter, € per stuk, etc.),
- onbepaalde periode-eenheden (bijv. € per jaar, of € per maand),
- bepaalde periode-eenheden (bijv. € in 2011 of € in oktober).
Voorbeelden:
- Balansgrootheden zijn enkelvoudige grootheden, evenals ontvangsten en uitgaven.
- Prijzen zijn samengestelde grootheden evenals de verkoopprijs, de kostprijs en de tarieven.
- Kengetallen zijn enkelvoudige eenheden (solvabiliteit, etc.) of onbepaalde periode-eenheden (bijv. % per jaar, stuks per maand).
- Kosten en opbrengsten hebben hetzij een onbepaalde periode-eenheid, hetzij een bepaalde periode-eenheid.
- Resultaten, inclusief de resultatenrekening hebben een bepaalde periode-eenheid.
|
Voor nadere informatie zie de publicatie: De toetsende tucht van de dimensieanalyse.
|
Afkortingen |
OR |
Afkorting van ondernemingsraad.
|