[an error occurred while processing this directive]

Verkoopprijs handelaar
bij een brutowinstopslag en korting

bedrijfseconomische-modellen.nl
Logo Onderwijsportaal
Zie ook: bedrijfseconomische-begrippen.nl en: vakdidactiek-bedrijfseconomie.nl
Algemeen
Home Fons Vernooij
Homepage modellen
Contact: Fons Vernooij
Handleiding probleemoplossen
Bedrijfseconomische vraagstukken
lijn
EBM als naslagwerk
Kaft EBM Elementaire Bedrijfseconomische Modellen
Nieuw: alles over de Libra
Calculaties in de handel
Verkoopprijs en korting
Toelichting: zie EBM par. 2.3
Interne nettowinst
Kostprijs via opslagen
Verkooprijs via toeslagen
Productiesector
Standaardkostprijs
Voorcalc. bedrijfsresultaat
Nacalc. bedrijfsresultaat
Opdeling budgetresultaat
Uitsplitsing grondstofkosten
Uitsplitsing arbeidskosten
Uitsplitsing machinekosten
Extern verslag
Handelsondernemingen
Bankensector
Verzekeringsbedrijven
Productiebedrijven
EBITDA
Wettelijke modellen
Overzicht wettelijke modellen
Balansmodellen
Balansmodellen
        •  Model A
        •  Model B
        •  Model C
        •  Model D
Winst- en Verliesrekening
        •  Model E
        •  Model F
        •  Model G:
vervallen per 01-11-2015
        •  Model H:
vervallen per 01-11-2015
        •  Model I
        •  Model J
 

Fase 1: Analyse van de berekening van de verkoopprijs bij een brutowinstopslag

In het onderstaande model is een complete weergave gegeven van de berekening van de werkelijke verkoopprijs als een handelaar standaardkorting verleent. In de winkel hanteert hij dan een Adviesprijs waarin al een opslag is meegenomen om die later als werkelijke korting aan de klant te geven.

Een handelaar die geen korting geeft, kan zijn verkoopprijs berekenen door een brutowinstopslag over zijn inkoopprijs ex BTW te nemen en daar de BTW aan toe te voegen. De analyse begint dan halverwege het schema bij Consumentenprijs.
Analysediagram berekening verkooprijs met korting
Er is een apart model voor de berekening van de verkoopprijs bij een nettowinstopslag in geval de handelaar een kostprijscalculatie uitvoert.
 
Fase 2: Berekening van de verkoopprijs via een brutowinstopslag
Het model laat zich van boven naar onder lezen. Bovenaan staat de centrale eenheid die onderwerp is van studie. Daaronder staan de tussenresultaten die te berekenen zijn vanuit de onderliggende gegevens.
 
 Zodra de waarde van de gegeven grootheden bekend zijn kan van onder naar boven een staffel van de berekening gemaakt worden.
Werkelijke inkoopprijs ex BTW
Opslag brutowinst

% over de inkoopprijs ex BTW


   lijn +
Verkoopprijs
Opslag voor BTW

% over de verkoopprijs ex BTW


   lijn +
Consumentenprijs (gewenste prijs)
Opslag voor korting

Bedrag of % over de consumentenprijs


   lijn +
Adviesprijs
Korting op de adviesprijs

Bedrag of % over de adviesprijs


   lijn +
Werkelijke prijs  
Een ondernemer heeft een grote mate van vrijheid om zelf te behalen hoe de diverse opslagen berekend worden. Alleen voor de BTW zijn er vaste percentages gegeven.

De vrijheid om zelf de opslagen te bepalen vindt een praktische grens in de prijzen die de concurrenten vragen. Klanten lopen weg als de prijs te hoog is.

Onderstaand volgen enkele complicaties bij de bovenstaande berekeningen. Nadere informatie over de termen is te krijgen via www.bedrijfseconomische-begrippen.nl .
 
Fase 3: onderkennen van de complicaties
1. Inkoopprijs
Uitgangspunt is de inkoopprijs zonder BTW en zonder bijkomende kosten van de inkoop. Echter het is ook mogelijk dat een ondernemer de inkoopkosten (of een deel daarvan, zoals de directe inkoopkosten die in euro per eenheid product zijn berekend) al toevoegt aan de inkoopprijs. Het is zelfs mogelijk dat men werkt met een vaste verrekenprijs. Zie ook: www.bedrijfseconomische-begrippen.nl .
2. Opslag brutowinst
Een ondernemer kan voor zichzelf vaststellen welke prijs hij graag zou willen hebben, maar in de praktijk zal hij zijn prijs moeten aanpassen aan de prijzen die de concurrenten vragen. Een ondernemer denkt dus eerst na over een Gewenste verkoopprijs. Vervolgens gaat hij na wat in de praktijk haalbaar is, zodat achteraf een Werkelijke verkoopprijs ontstaat.

De ondernemer baseert de opslag brutowinst meestal op een percentage dat in het verleden haalbaar is gebleken. Als een handelaar of winkelier meer soorten producten verkoopt, kan het brutowinstpercentage per soort product verschillen.
3. Verkoopprijs als categorie en als lid van een categorie
De grootste complicatie is dat de term Verkoopprijs in twee betekenissen wordt gebruikt: als globale aanduiding van een categorie van begrippen. In feite gaat het in bovenstaand schema viermaal om een verkoopprijs. Alleen is er steeds een sprake van een bepaalde variant.

In de praktijk zal de term voor de variant vaak verwisseld worden met de algemene aanduiding Verkoopprijs, als duidelijk is wat men er eigenlijk mee bedoelt. Je moet je dus steeds afvragen wat iemand in een bepaalde situatie bedoelt met een bepaalde term.
4. Verkoopprijs bij een opslag brutowinst berekend over de verkoopprijs
In plaats van een percentage brutowinst over de inkoopprijs te nemen kan de ondernemer ook een percentage van de verkoopprijs (excl. BTW) berekenen.

Gegeven de inkoopprijs levert dit één vergelijking met één onbekende op:
inkoopprijs = (100% - opslag%) / 100% x verkoopprijs. De verkoopprijs is dan 100% / (100%-opslag%) x inkoopprijs.

Deze vorm van procentberekening (procent onder het honderd) is typisch voor bedrijfseconomie.
5. Consumentenprijs
In principe is de consumentenprijs de prijs die consumenten moeten betalen voor een product. Dat is dus eigenlijk de gangbare verkoopprijs, want consumenten moeten de BTW betalen.

Tussen ondernemingen is de consumentenprijs niet van belang, omdat een ondernemer de BTW die berekend is over zijn ingekochte producten weer verrekenen mag met de BTW die hij zijn klanten in rekening brengt.
6. Kortingproblematiek
Een ondernemer kan ook nog korting verlenen en daarop vooruitlopend een opslag voor korting toevoegen aan zijn verkoopprijs. Dit levert een tweetal extra stappen op, waarbij de Adviesprijs een belangrijke tussenstap is, want die verschijnt in de etalage.

Het lijkt wat vreemd om eerst een opslag voor korting toe te voegen en later weer een bedrag van korting eraf te halen. Consumenten reageren echter sterk op kortingen, dus een bedrijf dat altijd korting geeft, zal eerst moeten bedenken welke prijs het graag wil maken en daarna een bedrag toevoegen om korting te geven. Voorbeelden zijn de autombielbranche en de elektronica.

Uiteindelijk is de bedoeling dat de werkelijke verkoopprijs in de buurt komt van de consumentenprijs die de ondernemer als gewenste prijs in gedachten heeft. Meestal ontstaat alleen een verschil door afrondingen.
7. Echte korting
Het komt natuurlijk ook voor dat een ondernemer echte korting verleent, als er een restant is wat snel weg moet, of als de verkoopdatum op de verpakking snel nadert. In dat geval is de opslag voor korting € 0,0 en gaat de werkelijke korting van de consumentenprijs af.
8. Brutowinstmarge
Uiteindelijk komt de werkelijke prijs tot stand via de opslagen en via de onderhandelingen met de klant, waarbij korting soms wel en soms geen rol speelt. Dit leidt uiteindelijk tot de brutowinstmarge: werkelijke verkoopprijs (ex. BTW) minus de inkoopprijs.
9. De btw-berekening
De btw die uiteindelijk moet worden afgedragen is altijd te berekenen vanuit de werkelijke verkoopprijs: btw% / (100% + btw%) x werkelijke verkoopprijs.

Dus als de verkoopprijs ex BTW € 100 is, dan is de verkoopprijs inclusief BTW bij een tarief van 6% gelijk aan € 106.

Terugredenerend vanuit de verkoopprijs is de BTW dus 6/106 x de consumentenprijs = 6/106 x € 106 = € 6. Deze vorm van procentberekening (procent boven het honderd) is typisch voor bedrijfseconomie.

10. Werken met formules
Bedrijfseconomen werken niet graag met formules, ook niet als dat heel goed mogelijk is. In plaats van een reeks stappen, zou je de tussenresultaten kunnen weglaten en de berekening in wiskundige vorm kunnen weergeven:

Consumentenprijs = (100% + BTW%) x (100% + brutowinst%) x inkoopprijs.
Werkelijke verkoopprijs = (100% - korting%) x (100% + dekking%) x consumentenprijs.

Dus:
Werkelijke verkoopprijs = (100% - korting%) x (100% + dekking%) x (100% + BTW%) x (100% + brutowinst%) x inkoopprijs.

 
De bedoeling van deze website
Deze pagina is onderdeel van de website bedrijfseconomische-modellen.nl. Dit is een website die gekoppeld is aan bedrijfseconomische-begrippen.nl en geeft diepgang in de vele, vaak inconsistentie modellen die economen gebruiken.

Deze site biedt een overzicht van consistente modellen en relateert die aan subdisciplines in de bedrijfseconomie. Ook staan er complicaties vermeld die voortvloeien uit de homoniemen en synoniemen die eigen zijn aan de vaktaal. Economen zijn zich echter slecht bewust van die complicaties, waardoor zij allerlei modellen door elkaar halen.


Mocht u tips of hints hebben dan ontvangen wij die graag via de webmaster.
 
Informatie over opleidingen
Onderwijsportaal | Universiteit en MBA
Website van Fons Vernooij: fons-vernooij.nl
Copyright © 1998 by Fons Vernooij en anderen.

Registratienummer V.O.F. Adviesbureau CASA: KvK Rijnland: 58884114 / BTW 8532.22.848
Dossiernummer Stichting Onderwijsportaal: KvK Rijnland: 28092786 / BTW-nummer 8106.36.025
Webmaster: Fons Vernooij

Info over privacy en cookies: zie Privacybeleid
Leveringsvoorwaarden zie bijgaand document