|
|
|
|
Boekhouden en bedrijfseconomie |
Boekhouden en bedrijfseconomie gaan in principe over dezelfde problemen. Maar ze hebben ieder hun eigen jargon doordat ze elk een eigen historie hebben. Daardoor kan verwarring ontstaan. Er is volop sprake van homoniemen en synoniemen, maar geen enkele auteur van leerboeken gaat daar op in. Overigens zijn er verschillende definities van Bedrijfseconomie (zie Economie en Bedrijfseconomie).
Neem een term als omzet, een term die heel gebruikelijk is in de bedrijfseconomie. Bij het boekhouden is echter de term Opbrengst Verkopen gangbaar als naam van een grootboekrekening. Als boekhouden tot doel heeft om de informatieprocessen in een bedrijf te bescrhijven, dan zou het handig zijn als daarbij dezelfde termen worden gebruikt als de bedrijfseconomen doen.
Het is niet vreemd als goede leerlingen / studenten fouten maken. Juist degenen die nadenken en samenhang zoeken door nieuwe kennis te integreren met eerder verworven kennis, lopen in de valkuil van de homoniemen en synoniemen. Om die reden moeten auteurs en docenten expliciet aandacht besteden aan de verschillen tussen jargons.
|
Gebruik van de term Kostprijs
De term kostprijs, bijvoorbeeld geeft duidelijk aan waar het mis kan gaan tussen de bedrijfs-economische aanpak en de boekhoudkundige aanpak.
In de introductie van het boekhouden komt de term Kostprijs voor in de grootboekrekening Kostprijs Verkopen. Bij een handelsonderneming verwijst de kostprijs naar de inkoopwaarde van de afzet, want opbrengst verkopen - kostprijs verkopen = brutowinst.
De kostprijs is dus in feite de inkoopprijs, terwijl de bedrijfseconomie aangeeft dat de kostprijs de waarde is die een bedrijf opoffert in de ruil.
Bij de industriële onderneming is de kostprijs wel degelijk een genormeerd bedrag, namelijk de kosten die zijn toegestaan voor de fabricage van een product.
Echter dit bedrag komt niet overeen met de calculatorische kostprijs uit de bedrijfseconomie, want daarin zijn de toegestane verkoopkosten ook opgenomen.
De reden hiervan is praktisch van aard, want de onverkochte voorraad komt tegen de fabricage-kostprijs op de balans te staan. De verkoopkosten worden pas bij de verkoop doorberekend.
Maar de term kostprijs komt bij boekhouden met betrekking tot de externe verslaggeving ook voor in het jaarverslag in de term Kostprijs Omzet.
Het model hiervoor is van overheidswege voorgeschreven (zie model F uit de bedrijfseconomische-modellen.nl).
De kostprijs van de omzet heeft betrekking op de werkelijke productiekosten die een ondermener opoffert in de ruil. Het gaat dan niet meer om de toegestande kosten, zoals bij de fabricagekostprijs en de balanswaardering.
In feite is het steeds een probleem om de boekhoudkundige terminologie, de externe verslaggevingsterminologie en de interne verslaggevingsterminologie consequent naar elkaar over te zetten.
Dat probleem lost de wetenschap op door afzonderlijke disciplines te definiëren. Maar voor studenten die het ene na het andere vak lopen is er wel degelijk een probleem. |
|
De mentale voorstelling van de kostprijs
Uit mijn promotie-onderzoek kwam naar voren dat er vier manieren zijn waarop leerlingen/studenten omgaan met deze verschillende jargons. Een deel van de studenten realiseert zich goed in welke situatie welk jargon vereist wordt. Zij interpeteren de term kostprijs voortdurend vanuit de context waarbinnen die term in gebruik is.
Een deel van de leerlingen/studenten zoekt echter een andere logica. Zij zien het leren als een proces en accepteren de nieuwe definitie als nieuw verworven kennis. Maar daarmee herschrijven zij de eerder opgedane kennis.
"Nu weet ik wat de term betekent", is hun reactie en de nieuwe sommen gaan goed. Maar als er sommen uit een vorig hoofdstuk of in een ander vak opduiken, dan hanteren zij hun nieuw verwor-ven inzicht en maken zij de oude sommen fout.
Er is ook een deel van de leerlingen die vasthoudt aan de eerder verworven kennis. "Ze zeggen wel dat ik de kostprijs nu zo moet berekenen, maar op mijn vorige tentamen had ik een goed cijfer, dus dan blijf ik me vasthouden aan wat ik goed had."
Ten slotte is er een vierde groep die aanneemt dat er een consistent begrippenapparaat moet zijn. Dat zijn vaak slimme leerlingen / studenten, die op zoek gaan naar consistentie waar die niet bestaat. Zij creëren hun eigen begrippenapparaat doordat zij een samenhangend geheel construeren.
In feite zoeken zij de integratie van nieuwe met reeds eerder verworven kennis, alleen gebruiken zij daarvoor een jammerlijk verkeerde strategie. De eindresultaten zijn soms nog wel goed, want daar sturen zij op, maar de tussenresultaten zijn fout.
In mijn onderzoek naar de kostprijsberekening in een handelsonderneming bestond de kostprijs uit de inkoopprijs plus de directe inkoopkosten plus een opslag voor algemene kosten.
Daar kwam dan een opslag nettowinst overheen om de verkoopprijs te berekenen. Maar uit het boekhouden kwam de regel: opbrengst verkopen - kostprijs verkopen = brutowinst.
Een leerling merkte op: "Ja dan laat ik wel die algemene kosten uit de kostprijs, want anders gaan alle kosten eraf bij de berekening van de brutowinst en dan moet ik ze er nog een keer aftrekken bij de berekening van de nettowinst." |
|
|
|
|
|
|
De bedoeling van Vakdidactiek Bedrijfseconomie
|
Vakdidactiek-bedrijfseconomie.nl is nauw verbonden aan de de websites bedrijfseconomische-begrippen.nl en bedrijfseconomische-modellen.nl. Zij biedt essenties van de vakdidactiek bedrijfseconomie aan in overzichtelijke eenheden, voor zowel leerlingen, studenten, als docenten.
Auteur is Fons Vernooij, die als eerste in Nederland is gepromoveerd op een onderwerp uit de vakdidactiek bedrijfseconomie (september 1993): “Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen. Didactisch onderzoek naar kostprijs- en nettowinstvraagstukken in het voortgezet onderwijs”. Deze dissertatie is de bron voor de pagina’s van deze site.
Mocht u tips of hints hebben dan ontvangen wij die graag via de webmaster Fons Vernooij.
|
|
|
Website van Fons Vernooij: fons-vernooij.nl
|
Copyright © 1998 by Fons Vernooij en anderen. Wij volgen het privacy-beleid van Google en zijn niet verantwoordelijk voor het selecteren van de advertenties in de Google vakken. Registratienummer V.O.F. Adviesbureau CASA: KvK Rijnland: 58884114 / BTW 8532.22.848 Dossiernummer Stichting Onderwijsportaal: KvK Rijnland: 28092786 / BTW-nummer 8106.36.025
Webmaster: Fons Vernooij
Info over privacy en cookies: zie Privacybeleid Leveringsvoorwaarden: zie bijgaand document
|
|
|
|
|