|
|
|
|
Het Gegevensadagium |
Het gegevensadagium is de belangrijkste veronderstelling bij het oplossen van (bedrijfs-)economische vraagstukken. Dit houdt in dat alle gegevens die je nodig hebt voor de oplossing beschikbaar zijn, met als keerzijde dat alle beschikbare gegevens ook nodig zijn.
Met dit adagium kun je soms ook vraagstukken oplossen die eigenlijk onoplosbaar zijn, omdat belangrijke gegevens ontbreken. Het gaat dan niet om inzicht, maar om instructietechnische noties.
Eigenlijk is er dus een stilzwijgende afspraak tussen auteur en studenten: als jullie niet moelijk doen over gegevens die ontbreken, maak ik het jullie niet moeilijk door overbodige gegevens toe te voegen. |
Bij de bespreking van de procedures is aange-geven dat de kern van bedrijfseconomische vraagstukken eruit bestaat, dat er geen functie-voorschrift in de opgave aanwezig is.
In feite zijn de meeste vraagstukken, wiskundig gezien, vergelijkingen van de nulde graad met maar één onbekende (x) en een groot aantal data (a, b, c, d, etc.).
In wezen is de opdracht niet om de onbekende te berekenen, maar een functievoorschrift te beden-ken waarmee de onbekende te berekenen is.
Als iemand het goede functievoorschirft bedacht heeft, dan kan hij dat vervolgens bewijzen door de goede uitkomst te berekenen.
Als een uitkomst fout is, dan zullen docenten op een proefwerk of tentamen terugvallen op de werkelijke bedoeling van het vraagstuk, namelijk op de wijze van berekenen. Zij kunnen dan toch punten toekennen.
Het constureren van het functievoorschrift waar-mee de uitkomst berekend kan worden, is alleen mogelijk als alle beschikbare data gegeven zijn.
Maar als een student in gedachten nagaat welke gegevens nodig zijn en terugdenkt aan de theorie of aan eerdere voorbeelden, kan het zijn dat hij data verwacht, die niet in de opgave staan.
Hij kan dan geen passend functievoorschrift opstellen.
De auteur zou eigenlijk steeds moeten aangeven welke data onnodig zijn, of toevallig ontbreken. Dat is te complex.
|
|
Daarom mag je aannemen dat alle noodzakelijke data gegeven zijn. Dit is een belangrijk helpstrategie.
Echter, soms ontbreken er data die volgens de theorie noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld het BTW-percentage of de inkoopprijs bij de berekening van de nettowinst in een handelsonderneming.
Als geen BTW-percentage in de opgave staat, mag je aannemen dat de verkoopprijs ex. BTW is. En als er geen inkoopprijs bekend is, mag je aannemen dat de inkoopprijs onderdeel uitmaakt van de variabele kosten per stuk.
De tegenprestatie die de auteur de studenten biedt bij het uitwerken van de opgave, is dat hij geen overbodige gegevens ter beschikking stelt.
Soms houden docenten zich tijdens proefwerken of tentamens niet aan deze afspraak. Ze willen weten of de studenten de juiste gegevens kunnen selecteren om het vereiste functievoorschrift samen te stellen. Daarmee brengen ze de studenten in de problemen.
Eigenlijk moet je in zo'n situatie als student brutaal zijn en een gegeven opzoeken dat volgens de theorie ontbreekt. Vervolgens noteer je dat de opgave onoplosbaar is vanwege het ontbrekende gegeven.
Daarbij kun je denken of schrijven: "Als jij ons in de problemen brengt door gegevens toe te voegen die niet nodig zijn, dan pakken we jou terug op gegevens die eigenlijk nodig zijn, maar die niet zijn opgenomen in de tekst." |
|
PAD voor een berekening van de interne nettowinst
|
In de bovenstaande figuur staat het Probleem Analyse Diagram (PAD) voor de berekening van de nettowinst. Het bevat de relaties tussen groot-heden die het functievoorschrift van een opgave weergeven.
De grote onbekende is de nettowinst. Om die te berekenen zijn in principe heel veel data nodig. Maar als het bovenstaande PAD toereikend is, zijn dat: de afzet, de verkoopprijs, de inkoopprijs, de variabele kosten per stuk en de constante kosten.
Als de inkoopprijs onderdeel is van de variabele kosten, zoals bij de micro-economie, dan is de inkoopprijs een overbodig gegeven. Ergo, als de inkoopprijs apart gegeven is, dan moet het wel gaan om een bedrijfseconomisch vraagstuk, want anders geldt het gegevensadagium niet.
In plaats van de nettowinst tot onbekende te verheffen, kan een auteur ook de nettowinst geven en vragen hoe groot de constante kosten zijn..
Voor de berekening van de constante kosten heb je normaal gesproken allerlei data nodig die bestanddelen van de constante kosten zijn. Maar in deze opgave, moet je de berekening van de nettowinst omdraaien, dus manipuleren met de data die ter beschikking staan.
Hoe je dat moet doen, staat dan niet in de opgave, maar moet je in gedachten herleiden uit het PAD.
|
|
De constante kosten zijn (zie PAD):
• de bedrijfskosten - de variabele kosten.
En de bedrijfskosten bestaan uit (zie PAD):
• de brutowinst - de nettowinst.
Brutowinst en variabele kosten zijn te berekenen volgens de standaardprocedures, zoals die in het PAD zijn weergegeven.
Dit betekent dat de constante kosten vanuit de beschikbare gegevens te berekenen zijn. Ten minste als dit alle gegevens zijn die je nodig hebt. Maar dankzij het gegevensadagium kan een student rustig erop vertrouwen dat de constante kosten met deze data correct te berekenen zijn.
Een andere variant is de berekening van het break-even punt. In dat geval is de nettowinst nul en dus ook bekend. Alleen is de vraag dan om te berekenen bij welke afzet dat het geval zal zijn.
Hier heeft het onthouden van een formule nog enige zin, omdat dit probleem vaker voorkomt. Maar wanneer je als formule toepast:
afzet = constante kosten / (verkoopprijs - variabele kosten per stuk), dan ga je de mist in.
In deze aanpak
blijft er een gegeven over en dus is het gegevensadagium nodig om de formule een-duidig te formuleren:
constante kosten / (verkoopprijs - inkoopprijs - variabele kosten per stuk). |
|
|
|
|
|
De bedoeling van Vakdidactiek Bedrijfseconomie
|
Vakdidactiek-bedrijfseconomie.nl is nauw verbonden aan de de websites bedrijfseconomische-begrippen.nl en bedrijfseconomische-modellen.nl. Zij biedt essenties van de vakdidactiek bedrijfseconomie aan in overzichtelijke eenheden, voor zowel leerlingen, studenten, als docenten.
Auteur is Fons Vernooij, die als eerste in Nederland is gepromoveerd op een onderwerp uit de vakdidactiek bedrijfseconomie (september 1993): “Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen. Didactisch onderzoek naar kostprijs- en nettowinstvraagstukken in het voortgezet onderwijs”. Deze dissertatie is de bron voor de pagina’s van deze site.
Mocht u tips of hints hebben dan ontvangen wij die graag via de webmaster Fons Vernooij.
|
|
|
Website van Fons Vernooij: fons-vernooij.nl
|
Copyright © 1998 by Fons Vernooij en anderen. Wij volgen het privacy-beleid van Google en zijn niet verantwoordelijk voor het selecteren van de advertenties in de Google vakken. Registratienummer V.O.F. Adviesbureau CASA: KvK Rijnland: 58884114 / BTW 8532.22.848 Dossiernummer Stichting Onderwijsportaal: KvK Rijnland: 28092786 / BTW-nummer 8106.36.025
Webmaster: Fons Vernooij
Info over privacy en cookies: zie Privacybeleid Leveringsvoorwaarden: zie bijgaand document
|
|
|
|
|