|
|
|
|
Leerstijlen |
Ieder pakt zijn studie op zijn eigen manier aan. De een leest een tekst zo vaak door tot hij kan voorspellen wat er in de volgende alinea staat. De ander bedenkt vragen die op een toets gesteld kunnen worden. Een derde zoekt de samenhang met eerdere lesstof om te snappen hoe het allemaal bij elkaar past.
Ieder heeft dus zijn eigen leerstijl. Die is fundamenteel niet te veranderen, maar wel uit te breiden door na te denken over de manier waarop anderen het leren aanpakken. Het kan heel verhelderend zijn om elkaar te vragen: “Hoe weet jij nou dat je de stof voldoende beheerst?”. In principe zijn er vier soorten leerstijlen. De vraag is vervolgens welke leerstijl het meest succesvol is bij bedrijfseconomie.
|
1. Reproductiegerichte leerstijl
Deze leerstijl geeft aan dat iemand erop gericht zal zijn om de aangeboden lesstof te onthouden.
Het idee is dat de docent de kennis vooral toetst door weetvragen te stellen. Daarom is het belangrijk voldoende feiten en details te repeteren, zodat het mogelijk is om deze tijdens de toets in herinnering te kunnen roepen.
Kenmerkende uitspraken van leerlingen met een reproductieve leerstijl zijn: "Nu niets meer zeggen. Ik weet nu hoe het zit. Als je doorgaat, raak ik in de war." of: "Ik snap het niet. Dus heeft het geen zin om na te denken, want ik weet het gewoon niet."
2. Toepassingsgerichte leerstijl
Deze leerstijl geeft aan dat iemand erop gericht is om toepassingen te vinden, hetzij in de praktijk, hetzij op een toets.
Het idee is dat de docent de kennis vooral toetst door concrete situaties aan te bieden, waarin de geleerde stof toepasbaar is. Als je je niet kunt voorstellen dat de kennis bruikbaar is, dan heeft het ook geen zin om je die kennis eigen te maken.
Kenmerkende uitspraken van leerlingen met een toepassingsgericht leerstijl zijn: "Dit sla ik over. Dat heb je later toch niet nodig." of "Dit hoef je niet te leren, want dat vragen ze toch nooit op de toets." |
|
3. Betekenisgerichte leerstijl
Deze leerstijl geeft aan dat iemand probeert samenhangen te vinden tussen de nieuwe kennis en de kennis die eerder al is verworden.
Het idee is dat de docent de kennis vooral toetst door
productieve vragen te stellen, dus de perso-nen aan te spreken op diepere inzichten die elders zijn toe te passen.
Kenmerkende uitspraken van leeringen met een betekenisgerichte leerstijl zijn: "Oh, als dit zo is, waarom is dat andere dan zus?" of: "Ja maar in een vorig hoofdstuk stond ... . Hoe sluit dat dan aan op deze tekst?"
4. Ongerichte leerstijl
Eigenlijk is dit geen leerstijl, maar het ontbreken van een systematische aanpak van het leer-proces.
De angst van deze leerlingen/studenten is dat niet is in te schatten hoe de docent de lesstof zal toetsen. Ze vertrouwen niet op hun eigen vaardigheid in het opbouwen van een zinvolle kennisstructuur.
Kenmerkende uitspraken van leerlingen met een ongerichte leerstijl zijn: "Wat moet ik hier nu allemaal van weten?" of: "Kunt u vertellen hoe u de toets gaat opzetten?". |
|
Een leerstijl is dus een neiging om uit eigen beweging van dezelfde leerstrategie gebruik te maken in verschillende situaties. Nadere uitwerking in details en variaties is mogelijk. Zo kan leeftijd ook invloed hebben op de ontwikkeling van een leerstijl. Het zijn meer prototypes van het gedrag.
De vraag is vervolgens welke leerstijl het meest succesvol is bij bedrijfseconomie.
Uit de vele leerboeken blijkt dat de meeste bedrijfseconomische auteurs zelf geen betekenisgerichte leerstijl hebben. Het woordgebruik is inconsistent, de berekeningen zijn toevalsconstructies en de omgang met eenheden is schrikbarend vergeleken met natuurkundigen. Leerlingen/studenten met een betekenisgerichte leerstijl, lopen daardoor voortdurend vast.
Een reproductiegericht leerstijl is ook niet altijd handig. Als iemand een definitie uit het hoofd leert en vervolgens blijkt de auteur de term al in een andere betekenis te gebruiken, dan schiet het ook niet op. Zo blijven de toepassingsgerichte leerstijl en de ongerichte leerstijl over. Toepassingen zijn in veel concrete situaties te vinden, dus dat gaat goed. En de ongerichte leerstijl werkt overal en nergens, dus dat hangt er vanaf.
In een hardop-denkprotocol loste een leerling een vraagstuk op waarin termen als inkoopprijs (€/stuk) versus inkoopwaarde (€/periode) en verkoopprijs (€/stuk) versus omzet (€/periode) niet helder uit elkaar werden gehouden. Haar reactie: "Ach wat maakt het uit wat er staat, als je maar begrijpt wat ze bedoe-len." Dit is een prima aanpak waar de toepassingsgerichte leerstijl uitstekend in naar voren komt. |
Bron: Jan Vermunt (1992): Leerstijlen en sturen van leerprocessen in het hoger onderwijs |
|
|
|
|
De bedoeling van Vakdidactiek Bedrijfseconomie
|
Vakdidactiek-bedrijfseconomie.nl is nauw verbonden aan de de websites bedrijfseconomische-begrippen.nl en bedrijfseconomische-modellen.nl. Zij biedt essenties van de vakdidactiek bedrijfseconomie aan in overzichtelijke eenheden, voor zowel leerlingen, studenten, als docenten.
Auteur is Fons Vernooij, die als eerste in Nederland is gepromoveerd op een onderwerp uit de vakdidactiek bedrijfseconomie (september 1993): “Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen. Didactisch onderzoek naar kostprijs- en nettowinstvraagstukken in het voortgezet onderwijs”. Deze dissertatie is de bron voor de pagina’s van deze site.
Mocht u tips of hints hebben dan ontvangen wij die graag via de webmaster Fons Vernooij.
|
|
|
Website van Fons Vernooij: fons-vernooij.nl
|
Copyright © 1998 by Fons Vernooij en anderen. Wij volgen het privacy-beleid van Google en zijn niet verantwoordelijk voor het selecteren van de advertenties in de Google vakken. Registratienummer V.O.F. Adviesbureau CASA: KvK Rijnland: 58884114 / BTW 8532.22.848 Dossiernummer Stichting Onderwijsportaal: KvK Rijnland: 28092786 / BTW-nummer 8106.36.025
Webmaster: Fons Vernooij
Info over privacy en cookies: zie Privacybeleid Leveringsvoorwaarden: zie bijgaand document
|
|
|
|
|