|
|
|
|
Goed lezen bestaat uit drie componenten |
Didactiek probeert ingewikkelde zaken simpel te maken. Ze probeert om de praktijk met de theorie te verzoenen, zelfs als dat eigenlijk niet kan. De sleutel voor het begrip van die aanpak, ligt in een zin uit een artikel over percentages die gebruikt worden als introductie op indexcijfers: "Vervolgens zeg ik tegen mijn leerlingen: Omdat iedereen weet dat het een percentage is, wordt het procent-teken door iedereen weggelaten."
In deze zin geeft de docent meer informatie over de manier waarop leerlingen moeten lezen dan over de manier waarop indexcijfers worden gebruikt. Hij zegt letterlijk: “Er staat niet wat er staat”. Je moet de tekst anders lezen dan op papier vermeld staat. Je moet geen genoegen nemen met wat op papier staat, maar je moet die tekst in gedachten aanpassen. Je moet Goed lezen.
|
Goed lezen bestaat uit drie onderdelen:
⇒ waarnemen wat op papier staat,
⇒ aanvullen met informatie die er niet staat
⇒ interpreteren wat de spreker of schrijver bedoelt met de gegeven tekst in de gegeven situatie.
Als de index 120 is, kun je dit aanvullen met een procentteken en het vervolgens interpreteren als de verhouding tussen de huidige waarde en de uitgangswaarde.
Expertkennis bestaat niet alleen uit goed waarnemen, maar vooral uit aanvullen en interpreteren. Zie het voorbeeld in de rechter kolom.
Vervolgens rijst ook nog de vraag of je achter een getal zomaar het %-teken mag zetten. Bij indexcijfers kennelijk wel, maar bij andere getallen niet.
Dat is mogelijk, omdat het gaat om een eenheid die weggelaten was en weer boven tafel komt. Het is dus een aanvulling die nodig is om tot een goede interpretatie te komen.
Maar hoe zit het bijvoorbeeld als gegeven is dat de interest over een lening 8% is?
Het percentage geeft aan dat er een vergoeding (stroomgrootheid) is in verhouding tot een beginsituatie (voorraadgrootheid). Waar is de tijdsdimensie gebleven? Het inslikken daarvan is ook een onwrikbaar fenomeen. (Zie ook: Overzicht eenheden)
Interest en rendement zijn altijd in % per tijdseenheid en de leerling moet een ingewijde worden die de juiste tijdsperiode als vanzelfsprekend toevoegt aan de onvolledige tekst.
|
|
Stel je loopt naar een park toe en je komt een man tegen met een tennisbal en een racket in zijn handen. In het park is een vijver en een tennisbaan.
Wat is dan de inschatting van de situatie?
a. Die man gaat tennissen;
b. De man is wezen vissen;
c. De man laat zijn hond uit;
d. Die man heeft getennist.
Iemand die regelmatig een park inloopt, waar een tennisbaan is, weet dat tennissers hun spullen altijd in een tas met zich meedragen.
Hondenbezitters daarentegen laten hun hond rennen door een bal met een tennisracket weg te slaan, zodat de hond even lekker kan rennen, terwijl het baasje stil staat.
De expert weet dat en vindt dat zo vanzelfsprekend dat hij verbaasd is als iemand serieus inschat dat een wandelaar met een bal in zijn hand gaat tennissen.
|
|
Het is niet erg als docenten onwrikbare fenomenen hanteren, maar zij moeten zich daar wel goed van bewust zijn. Zij moeten de leerlingen deelachtig maken aan die kennis. Dat maakt het mogelijk dat leerlingen en studenten zich geleidelijk aan ontwikkelen tot experts.
Het bovenstaande citaat komt overigens uit een artikel over percentages en indexcijfers uit het oktobernummer 2012 van het Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs (Zie ook: percentages). In dat citaat staat nog iets opvallends: “Omdat iedereen weet dat het een percentage is, ...”.
Het woord iedereen werkt verwarrend. Als iedereen het al weet, hoeft een docent het niet meer uit te leggen, dus het gaat erom dat 'deskundigen' of 'ingewijden' iets weten wat leerlingen zich nog eigen moeten maken. Dit betekent dat een leerling niet alleen goed moet leren lezen, maar ook goed moet leren luisteren. |
|
|
|
|
De bedoeling van Vakdidactiek Bedrijfseconomie
|
Vakdidactiek-bedrijfseconomie.nl is nauw verbonden aan de de websites bedrijfseconomische-begrippen.nl en bedrijfseconomische-modellen.nl. Zij biedt essenties van de vakdidactiek bedrijfseconomie aan in overzichtelijke eenheden, voor zowel leerlingen, studenten, als docenten.
Auteur is Fons Vernooij, die als eerste in Nederland is gepromoveerd op een onderwerp uit de vakdidactiek bedrijfseconomie (september 1993): “Het leren oplossen van bedrijfseconomische problemen. Didactisch onderzoek naar kostprijs- en nettowinstvraagstukken in het voortgezet onderwijs”. Deze dissertatie is de bron voor de pagina’s van deze site.
Mocht u tips of hints hebben dan ontvangen wij die graag via de webmaster Fons Vernooij.
|
|
|
Website van Fons Vernooij: fons-vernooij.nl
|
Copyright © 1998 by Fons Vernooij en anderen. Wij volgen het privacy-beleid van Google en zijn niet verantwoordelijk voor het selecteren van de advertenties in de Google vakken. Registratienummer V.O.F. Adviesbureau CASA: KvK Rijnland: 58884114 / BTW 8532.22.848 Dossiernummer Stichting Onderwijsportaal: KvK Rijnland: 28092786 / BTW-nummer 8106.36.025
Webmaster: Fons Vernooij
Info over privacy en cookies: zie Privacybeleid Leveringsvoorwaarden: zie bijgaand document
|
|
|
|
|